ECLI:NL:RVS:2024:2437

Raad van State

Datum uitspraak
13 juni 2024
Publicatiedatum
13 juni 2024
Zaaknummer
202307310/1/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen aanvullend terugkeerbesluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

Op 13 juni 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerder besluit van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling had in beroep de uitspraak van de rechtbank, die op 23 november 2023 het beroep tegen een aanvullend terugkeerbesluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ongegrond had verklaard, aangevochten. Het aanvankelijke besluit was genomen op 24 maart 2023. De rechtbank had geoordeeld dat het beroep van de vreemdeling ongegrond was, waarop de vreemdeling hoger beroep instelde, vertegenwoordigd door mr. S.C. van Paridon, advocaat te Rotterdam.

De Raad van State oordeelde dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De reden hiervoor was dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moesten worden. De Raad verwees naar een eerdere uitspraak van 25 september 2023, waarin een vergelijkbare rechtsvraag was beantwoord.

Uiteindelijk bevestigde de Raad van State de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de staatssecretaris geen proceskosten hoefde te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 13 juni 2024, waarbij mr. J.C.A. de Poorter als lid van de enkelvoudige kamer en mr. D.I. Schipper als griffier aanwezig waren.

Uitspraak

202307310/1/V3
Datum uitspraak: 13 juni 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, van 23 november 2023 in zaak nr. NL23.11501 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 24 maart 2023 heeft de staatssecretaris de vreemdeling een aanvullend terugkeerbesluit opgelegd.
Bij uitspraak van 23 november 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. S.C. van Paridon, advocaat te Rotterdam, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.       Het hoger beroep leidt niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. Dit oordeel hoeft niet verder te worden gemotiveerd. De reden daarvoor is dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden (artikel 91, tweede lid, van de Vw 2000).
1.1.    Het hoger beroep gaat namelijk over een rechtsvraag die eerder door de Afdeling is beantwoord (uitspraak van 25 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3564, onder 2.1 en 3.2-3.5, over het aanvullen van een eerder besluit met een aanvullend terugkeerbesluit).
2.       Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. J.C.A. de Poorter, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. D.I. Schipper, griffier.
w.g. De Poorter
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Schipper
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 13 juni 2024
872