ECLI:NL:RVS:2024:2256
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- E.J. Daalder
- J.Th. Drop
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen schrapping uit het Nederlandse kiezersregister voor de verkiezingen van het Europees Parlement
In deze zaak gaat het om een beroep dat is ingesteld door [appellante] tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouder van Den Haag, gedateerd 8 mei 2024. Dit besluit houdt in dat [appellante] uit het Nederlandse kiezersregister voor de verkiezingen van de leden van het Europees Parlement is geschrapt, omdat zij ook in België als kiezer is geregistreerd. De mondelinge uitspraak vond plaats op 29 mei 2024, waarbij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State de zaak behandelde.
Tijdens de openbare zitting, die om 11:00 uur begon, waren de Staatsraden E.J. Daalder (voorzitter), J.Th. Drop en N. Verheij aanwezig, evenals griffier R.J.R. Hazen. Het college van burgemeester en wethouder van Den Haag was vertegenwoordigd door N. Pilk, en de Kiesraad door mr. M. Bijl. De Afdeling heeft vastgesteld dat [appellante] griffierecht verschuldigd was voor het ingestelde beroep en dat zij hierover op 14 mei 2024 is geïnformeerd, met een gestelde termijn voor betaling.
De Afdeling constateert dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is voldaan, noch op de bankrekening van de Raad van State is bijgeschreven, noch contant is betaald op het adres van de Raad van State. Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die erop wijzen dat [appellante] redelijkerwijs niet in verzuim kan zijn geweest. Gezien deze omstandigheden heeft de Afdeling het beroep niet-ontvankelijk verklaard, waardoor er geen inhoudelijke beoordeling van de zaak heeft plaatsgevonden.