8.3.Zoals de rechtbank terecht heeft overwogen, staat in de nota van toelichting bij het Activiteitenbesluit (Stb. 2007, 415, blz. 181) dat de richtlijn van de NSVV als uitgangspunt kan worden gehanteerd bij de beantwoording van de vraag of er lichthinder optreedt. [appellante sub 2] heeft niet aannemelijk gemaakt dat die richtlijn in dit geval niet kan worden gehanteerd. De Afdeling is daarom met de rechtbank van oordeel dat het college voor de beoordeling van de lichthinder aansluiting heeft kunnen zoeken bij die richtlijn.
[appellante sub 2] heeft de resultaten van het onderzoek van de Omgevingsdienst niet bestreden. De Afdeling wijst er in dit verband op dat de door haar genoemde beoordeling van Bakker en de opmerking van Platform Lichthinder geen reactie zijn op het onderzoek van de Omgevingsdienst, maar op een in 2018 uitgevoerd onderzoek van Aerolux, dat in opdracht van [gemachtigde B] is uitgevoerd.
Gelet op het voorgaande heeft het college zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat geen sprake is van een overtreding van artikel 2.1, eerste lid, gelezen in samenhang met het tweede lid, onder h, van het Activiteitenbesluit en dat het college daarom niet bevoegd was handhavend op te treden.
9. Er zijn verschillende metingen uitgevoerd bij de woning van [appellante sub 2] van het geluid afkomstig van het tennispark en de daarvan deel uitmakende padelbanen. Het college heeft in het besluit op bezwaar de afwijzing van handhavingsverzoek gebaseerd op een rapport van de Omgevingsdienst van 8 juni 2021 over een meting op 12 oktober 2020. Dat brengt met zich dat rapporten over andere, eerder en later, uitgevoerde metingen en de door [appellante sub 2] overgelegde tegenrapporten over die eerder en later uitgevoerde onderzoeken bij de beoordeling van de hoger beroepen geen rol kunnen spelen.
10. De geluidvoorschriften met grenswaarden zijn opgenomen in artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit. Ingevolge dat artikel geldt voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr,Lt ter plaatse van gevoelige gebouwen een standaardgeluidnorm van, voor zover van belang, 45 dB(A) voor de avondperiode. Voor het maximale geluidniveau LAmax geldt ter plaatse een standaardgeluidnorm van 65 dB(A) voor deze periode. In artikel 2.18, eerste lid, van het Activiteitenbesluit staat dat bij het bepalen van de geluidniveaus het stemgeluid van bezoekers op het open terrein van een inrichting voor sport-of recreatieactiviteiten buiten beschouwing blijft. In artikel 2.18, derde lid, van het Activiteitenbesluit staat dat bij het bepalen van het maximaal geluidniveau het verrichten in de open lucht van sportactiviteiten of activiteiten die hiermee in nauw verband staan buiten beschouwing wordt gelaten.
11. Het college heeft het geluidsonderzoek beperkt tot het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau. Daarbij heeft het van belang geacht dat de overlast die [appellante sub 2] ervaart, afkomstig is van het stemgeluid van de beoefenaars van de sportactiviteiten en het (contact)geluid van de sportactiviteiten zelf, en deze geluiden bij het bepalen van het maximaal geluidsniveau buiten beschouwing moeten blijven. Er blijft daardoor volgens het college geen relevant overlastgevend geluid meer over om te meten bij het bepalen van het maximaal geluidniveau.
12. Er zijn tussen vrijdag 19 juni 2020 en dinsdag 23 juni 2020 en tussen dinsdag 21 juli en vrijdag 24 juli 2020 geluidsonderzoeken uitgevoerd bij de woning van [appellante sub 2]. Nadien is gebleken dat die onderzoeken niet geheel juist waren uitgevoerd. Het college heeft een nieuw geluidsonderzoek laten verrichten, in de periode van zondag 11 oktober tot en met woensdag 14 oktober 2020. De resultaten zijn neergelegd in een rapport van 3 november 2020. Uit dat rapport blijkt volgens het college dat de in het Activiteitenbesluit gestelde normen die betrekking hebben op geluidhinder niet worden overtreden. Het college heeft op grond hiervan in het besluit van 17 november 2020 het handhavingsverzoek afgewezen.
Hangende bezwaar heeft de Omgevingsdienst vastgesteld dat het geluidrapport op één belangrijk aspect niet correct is. Hoewel de geluidmetingen op zichzelf juist zijn verricht, is volgens het college bij het vaststellen van het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau ten onrechte geen rekening gehouden met een toeslag voor impulsachtig geluid. Uit het geluidrapport van 8 juni 2021, dat is gebaseerd op de geluidmeting op 12 oktober 2020, blijkt dat als deze toeslag wel wordt toegepast, er in de avondperiode sprake is van een overtreding van de geluidsnormen als bedoeld in artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit van 3 dB. Het college heeft zich onder verwijzing naar het door hem gevoerde handhavingsbeleid, de Landelijke Handhavingsstrategie, op het standpunt gesteld dat deze overschrijding van 3 dB niet leidt tot het opleggen van een last onder dwangsom. Volgens het college is er sprake van een beperkte overschrijding van de geluidsnormen in de avondperiode. Het is volgens het college aannemelijk dat het tennispark zich niet bewust is geweest van de overtreding. Uit het gevoerde handhavingsbeleid volgt volgens het college dat het tennispark eerst de gelegenheid moet worden geboden tot herstel alvorens tot handhaving wordt overgegaan. Het college heeft daarom een waarschuwingsbrief aan het tennispark verzonden en geen last onder dwangsom opgelegd. Het heeft het primaire besluit in stand gelaten onder aanpassing van de daaraan ten grondslag gelegde motivering.
13. De rechtbank heeft vastgesteld dat niet in geschil is dat in de avondperiode sprake is van een overtreding van artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit voor wat betreft het langtijdgemiddelde geluidniveau dat wordt veroorzaakt door het gebruik van de padelbanen. Wel verschillen partijen van mening over de mate van overschrijding en over de wijze waarop het college hierop had moeten reageren.
De rechtbank heeft met het oog op de beoordeling van het beroep wat het aspect geluidhinder betreft de Stichting advisering bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening (hierna: de STAB) als deskundige benoemd.
14. De STAB komt tot de conclusie dat er voldoende aanknopingspunten zijn om aan te nemen dat in de avondperiode sprake is van een grotere overschrijding van het toegestane langtijdgemiddelde beoordelingsniveau dan op basis van de rapportage van de Omgevingsdienst is aangenomen. De rechtbank heeft deze conclusie overgenomen. Gelet op de door de STAB berekende geluidniveaus is naar het oordeel van de rechtbank sprake van een aanzienlijke overschrijding van het toegestane langtijdgemiddelde geluidniveau voor de avondperiode en niet van een beperkte overschrijding zoals door het college is gesteld. Daarom kon het college niet in redelijkheid volstaan met het geven van een waarschuwing, maar had, gelet op de beginselplicht tot handhaving, direct handhavend moeten worden opgetreden. De rechtbank heeft om die reden het beroep gegrond verklaard en het besluit van 11 juni 2021 vernietigen voor zover dit betrekking heeft op het aspect geluidhinder.
15. [ appellante sub 2] betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat niet de geluidgrenswaarden van artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit van toepassing zijn, maar de geluidgrenswaarden, zoals die zijn opgenomen in de Hinderwetvergunning die in 1992 aan het tennispark is verleend.