202203353/3/A3.
Datum beslissing: 14 mei 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) in het hoger beroep van:
1. de burgemeester van Duiven,
2. Casino Duiven B.V. en JVH Horeca Services B.V., beiden gevestigd te ’s-Hertogenbosch,
3. De Nieuwe Weerdjes B.V., gevestigd te Duiven, Big Apple Zevenaar B.V. gevestigd te Zevenaar en Big Apple Arnhem B.V., gevestigd te Arnhem (hierna: De Nieuwe Weerdjes en anderen),
appellanten,
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 23 mei 2022 in zaak nr. 20/3167 in het geding tussen:
de Nieuwe Weerdjes en anderen
en
de burgemeester.
Procesverloop
De burgemeester, Casino Duiven B.V. en JVH Horeca Services B.V. hebben hoger beroep en De Nieuwe Weerdjes en anderen hebben incidenteel hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 23 mei 2022 in zaak nr. 20/3167.
De burgemeester heeft één gedingstuk overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb en medegedeeld dat uitsluitend Afdeling kennis zal mogen nemen van dit stuk.
Het betreft het vertrouwelijk overgelegde document ‘Veilig en verantwoord spelen; preventie voorop’ van Casino Duiven B.V (hierna: het document).
Overwegingen
1. De Afdeling heeft in de hoofdzaak de burgemeester verzocht om toezending van de stukken die in de rechtbankprocedure onder geheimhouding zijn overgelegd. De burgemeester heeft, ter voldoening aan het verzoek, het document overgelegd. Daarbij heeft de burgemeester de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling van het stuk kennis zal nemen.
2. De hoofdzaak betreft de verlening van een exploitatievergunning speelautomatenhal en een aanwezigheidsvergunning kansspelautomaten aan Casino Duiven B.V. en een exploitatievergunning openbare inrichting aan JVH Horecaservices B.V.
3. Gelet op artikel 8:29, derde lid, van de Awb beslist de Afdeling of de weigering dan wel beperking van de kennisneming van een stuk gerechtvaardigd is. Deze beslissing vergt een afweging van belangen. Enerzijds speelt hierbij het belang dat partijen gelijkelijk beschikken over de voor het hoger beroep relevante informatie en het belang dat de bestuursrechter beschikt over alle informatie die nodig is om de zaak op een juiste en zorgvuldige wijze af te doen. Daartegenover staat dat de kennisneming door partijen van bepaalde gegevens het algemeen belang, het belang van één of meer partijen en/of het belang van derden onevenredig kan schaden.
4. De burgemeester heeft ter motivering van het verzoek om beperkte kennisneming het volgende aangevoerd. Het document bevat specifieke gegevens over de bedrijfsvoering van (het moederbedrijf) van Casino Duiven B.V., die onder vertrouwelijkheid aan de burgemeester zijn verstrekt. Uit het document kunnen wetenswaardigheden worden afgelezen over hoe de bedrijfsvoering van Casino Duiven B.V. zich in het bijzonder onderscheidt van andere speelautomatenhallen, o.a. over het door haar ontwikkelde preventiebeleid. Het afwijzen van het geheimhoudingsverzoek leidt dan ook tot een onevenredig nadeel voor Casino Duiven B.V., nu haar concurrenten (in casu De Nieuwe Weerdjes c.s.) inzage verkrijgen in het bedrijfsprofiel van Casino Duiven B.V. en de wijze waarop Casino Duiven B.V. haar speelautomatenhal exploiteert. Gelet op het vorenstaande is volgens de burgemeester het belang bij geheimhouding van het document groter dan de belangen bij processuele transparantie.
5. De Afdeling heeft van het document kennisgenomen. Het document bevat gegevens over de bedrijfsvoering van Casino Duiven B.V. Naar het oordeel van de Afdeling weegt het belang om het vertrouwelijk aan de burgemeester overgelegde document geheim te houden zwaarder dan het belang van De Nieuwe Weerdjes en anderen om van dat document kennis te nemen. Daarbij heeft de Afdeling in aanmerking genomen dat De Nieuwe Weerdjes en anderen door de beperkte kennisneming niet onevenredig in hun verdedigingsbelang worden geschaad.
6. De Afdeling acht daarom beperkte kennisneming van het document gerechtvaardigd.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek toe.
Aldus vastgesteld door mr. A.J.C. de Moor-van Vugt, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, in tegenwoordigheid van mr. H. Oranje, griffier.
w.g. De Moor-van Vugt
lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer
w.g. Oranje
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 14 mei 2024
507