ECLI:NL:RVS:2024:2005

Raad van State

Datum uitspraak
13 mei 2024
Publicatiedatum
13 mei 2024
Zaaknummer
202400117/1/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H.G. Sevenster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen de maatregel van bewaring van een vreemdeling en de afwijzing van het herzieningsverzoek

Op 24 februari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een vreemdeling in bewaring gesteld. De rechtbank heeft op 28 november 2023 het beroep van de vreemdeling tegen het voortduren van de maatregel van bewaring ongegrond verklaard en een verzoek om schadevergoeding afgewezen. Vervolgens heeft de rechtbank op 28 december 2023 zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van een nieuw vervolgberoep en het verzoek om herziening van de uitspraak van 28 november 2023 afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. H. Drenth, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 13 mei 2024 uitspraak gedaan. De rechtbank had in haar eerdere uitspraak op 28 november 2023 geen hoger beroep kunnen toestaan tegen het voortduren van de maatregel van bewaring, omdat dit in beginsel niet mogelijk is volgens de wet. De Afdeling oordeelt dat de vreemdeling geen redenen heeft aangevoerd die het hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank op het vervolgberoep in behandeling kunnen nemen. Het verbod op hoger beroep kan alleen worden doorbroken als er sprake is van een oneerlijk proces, wat hier niet het geval is.

Wat betreft het herzieningsverzoek, heeft de rechtbank terecht geoordeeld dat dit verzoek niet voldoet aan de voorwaarden voor herziening zoals gesteld in de Algemene wet bestuursrecht. De vreemdeling had voor de uitspraak van 28 november 2023 al redelijkerwijs kennis kunnen nemen van de feiten en omstandigheden die hij aan zijn verzoek ten grondslag heeft gelegd. De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank, voor zover deze het verzoek om herziening heeft afgewezen, en verklaart zich onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen voor zover dit gericht is tegen de beslissing van de rechtbank op het vervolgberoep.

Uitspraak

202400117/1/V3.
Datum uitspraak: 13 mei 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, van 28 december 2023 in zaak nr. NL23.38615 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 24 februari 2023 heeft de staatssecretaris de vreemdeling in bewaring gesteld.
Bij uitspraak van 28 november 2023 heeft de rechtbank een tegen het voortduren van de maatregel van bewaring door de vreemdeling ingesteld beroep ongegrond verklaard en een verzoek om schadevergoeding afgewezen.
Bij uitspraak van 28 december 2023 heeft de rechtbank zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van een nieuw vervolgberoep en het verzoek om herziening van de uitspraak van 28 november 2023 afgewezen.
Tegen de uitspraak van 28 december 2023 heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. H. Drenth, advocaat te Utrecht, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.       De uitspraak van de rechtbank gaat onder andere over het voortduren van de maatregel van bewaring (artikel 96 van de Vw 2000). Hiertegen kan in beginsel geen hoger beroep worden ingesteld (artikel 84, aanhef en onder a, van de Vw 2000).
2.       Wat de vreemdeling aanvoert, is geen reden om het hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank op het vervolgberoep toch in behandeling te nemen. Het verbod op hoger beroep kan alleen worden doorbroken als er geen eerlijk proces is geweest. Dit doet zich hier niet voor. Dat de rechtbank door gebrekkige informatie van de staatssecretaris ten tijde van haar uitspraak van 28 november 2023 en de daaraan voorafgaande zitting niet wist dat de bewaring al was opgeheven, ziet op de inhoudelijke juistheid van die uitspraak en gaat niet over de vraag of er een eerlijk proces is geweest. De grief kan dan ook niet leiden tot het doorbreken van het appelverbod tegen de uitspraak van 28 december 2023 op het vervolgberoep. De Afdeling is in zoverre onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen.
3.       De vreemdeling kan wel opkomen tegen de afwijzing van het herzieningsverzoek. Op grond van artikel 8:119 van de Awb kan van de oorspronkelijke uitspraak herziening worden gevraagd, als de in het eerste lid van dat artikel genoemde feiten en omstandigheden zich voordoen. De rechtbank heeft echter terecht geoordeeld dat het herzieningsverzoek niet voldoet aan artikel 8:119, eerste lid, aanhef en onder b, van de Awb. De vreemdeling kon namelijk voor de uitspraak van 28 november 2023 redelijkerwijs al bekend zijn met de feiten en omstandigheden die hij aan zijn verzoek ten grondslag heeft gelegd, omdat die juist de reden waren voor opheffing van de bewaring. Wat de vreemdeling verder heeft aangevoerd, leidt ook niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank.
4.       Het hoger beroep is, voor zover de Afdeling bevoegd is daarvan kennis te nemen, ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, voor zover de rechtbank het verzoek om herziening heeft afgewezen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        verklaart zich onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen, voor zover dat is gericht tegen de beslissing van de rechtbank op het vervolgberoep;
II.       bevestigt de aangevallen uitspraak, voor zover de rechtbank het verzoek om herziening van de uitspraak van 28 november 2023 heeft afgewezen.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. R.H.L. Dallinga, griffier.
w.g. Sevenster
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Dallinga
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 13 mei 2024
18-1073