ECLI:NL:RVS:2024:1985
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- E.A. Minderhoud
- M. Rijsdijk
- A.S. Rietveld
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen beslissing over dwangsom wegens niet tijdig beslissen op bezwaar
In deze zaak heeft het college van bestuur van de Erasmus Universiteit Rotterdam op 26 april 2023 vastgesteld dat aan de appellant een dwangsom van € 427,00 is verschuldigd vanwege het niet tijdig beslissen op zijn bezwaar tegen een eerdere beslissing van 21 november 2022. Op 18 juli 2023 heeft het college het bezwaar van de appellant gegrond verklaard en de hoogte van de verbeurde dwangsommen vastgesteld op € 450,00. De appellant heeft echter aangevoerd dat het college ten onrechte niet op zijn ingebrekestelling van 11 mei 2023 heeft beslist, en dat het college hem daarom een hogere dwangsom is verschuldigd.
De mondelinge uitspraak vond plaats op 8 mei 2024, waarbij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het beroep van de appellant ongegrond verklaarde. De rechters hebben overwogen dat de ingebrekestelling van de appellant niet geldig was, omdat deze was gedaan voordat de beslistermijn was verstreken. Volgens artikel 4:17 van de Algemene wet bestuursrecht verbeurt het bestuursorgaan een dwangsom wanneer een beschikking op aanvraag niet tijdig wordt gegeven, maar in dit geval was de mededeling van de appellant te vroeg gedaan. Hierdoor is niet voldaan aan de vereisten van de wet en is er geen recht op een hogere dwangsom bovenop de reeds toegekende € 450,00.
De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van een ingebrekestelling en de noodzaak om te voldoen aan de wettelijke vereisten om aanspraak te maken op een dwangsom. De uitspraak is een bevestiging van de geldende procedures en termijnen binnen het bestuursrecht.