ECLI:NL:RVS:2024:1984
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- E.J. Daalder
- J.A.W. Scholten-Hinloopen
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit van centraal stembureau over geldigheid kandidatenlijsten
Op 8 mei 2024 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarbij de vereniging Nederland met een PLAN (NL PLAN) in beroep ging tegen een besluit van het centraal stembureau, dat op 29 april 2024 had geoordeeld over de geldigheid van de ingeleverde kandidatenlijsten voor de verkiezingen van de leden van het Europees Parlement. Tijdens de openbare zitting, die om 10:30 uur begon, waren de Staatsraden E.J. Daalder (voorzitter), J.A.W. Scholten-Hinloopen en N. Verheij aanwezig, evenals griffier R.J.R. Hazen en jurist L.J.A. van Gils. Het centraal stembureau was vertegenwoordigd door mr. M. Bijl.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft vastgesteld dat NL PLAN griffierecht verschuldigd was voor het ingestelde beroep. Op 6 mei 2024 is NL PLAN hierop gewezen en is er een termijn gesteld voor betaling. Tot op heden was het griffierecht echter niet op de rekening van de Raad van State bijgeschreven, noch contant voldaan. De Afdeling concludeert dat er geen feiten of omstandigheden zijn die erop wijzen dat NL PLAN niet in verzuim is geweest.
Gelet op deze omstandigheden heeft de Afdeling het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Dit betekent dat de Raad van State niet in staat is om in te gaan op de inhoudelijke argumenten die door NL PLAN in beroep zijn aangevoerd. De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig voldoen aan proceskosten, zoals griffierechten, om ontvankelijkheid van een beroep te waarborgen.