ECLI:NL:RVS:2024:166
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 18 januari 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 27 december 2022 een aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. Dit besluit werd aangevuld met een besluit van 10 augustus 2023, waarin de staatssecretaris ook ambtshalve weigerde de vreemdeling een reguliere verblijfsvergunning te verlenen en hem opdroeg Nederland binnen vier weken te verlaten. De vreemdeling had hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 17 november 2023 het beroep gegrond verklaarde en het besluit van de staatssecretaris vernietigde. De rechtbank bepaalde dat de staatssecretaris een nieuw besluit moest nemen met inachtneming van de uitspraak.
Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gezien de belangen van de staatssecretaris en de argumenten die zijn aangevoerd, het niet aannemelijk is dat de uitspraak van de rechtbank in stand blijft. Daarom heeft de voorzieningenrechter besloten om de voorlopige voorziening te treffen, waardoor de staatssecretaris niet verplicht is om de uitspraak van de rechtbank uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. Deze beslissing is openbaar uitgesproken op 18 januari 2024.