Uitspraak
Datum uitspraak: 10 april 2024
BESTUURSRECHTSPRAAK
voorzitter
griffier
Raad van State
In deze zaak gaat het om de afwijzing van een aanvraag tot evacuatie van appellanten, een Afghaans gezin bestaande uit een vader, zijn echtgenote en drie zoons, door de minister van Buitenlandse Zaken. De aanvraag werd afgewezen op 11 november 2021, omdat de minister van mening was dat appellanten niet onder de speciale voorziening vielen die was getroffen voor medewerkers van gefinancierde projecten op het gebied van sociale vooruitgang, vrede en veiligheid of duurzame ontwikkeling. Appellanten hebben gewerkt voor de Afghaanse ngo 'Naw Saz', die betrokken was bij een fruitboomproject, maar de rechtbank oordeelde dat de subsidie voor dit project niet aan de stichting 'Vrienden van Kushk' was verstrekt, maar aan een particulier bedrijf. De rechtbank heeft de afwijzing van de minister bevestigd, waarbij werd gesteld dat appellanten niet voldeden aan de criteria voor de speciale voorziening.
Appellanten hebben in hoger beroep vijf gronden aangevoerd, waaronder dat de rechtbank niet heeft onderkend dat de subsidie voor het fruitboomproject relevant was voor hun aanvraag. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft echter geoordeeld dat de minister zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat appellanten niet onder de speciale voorziening vallen. De Afdeling heeft ook overwogen dat de minister niet in strijd heeft gehandeld met het evenredigheidsbeginsel en dat de afwijzing van de aanvraag niet onevenredig was. De rechtbank heeft bovendien de hoorplicht in bezwaar niet geschonden. Uiteindelijk heeft de Afdeling het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd.