ECLI:NL:RVS:2024:1456
Raad van State
- Wraking
- C.J. Borman
- B. Meijer
- J.Th. Drop
- J.M. Willems
- Rechtspraak.nl
Wraking van staatsraad mr. C.J. Borman in bestuursrechtelijke procedure
Op 3 april 2024 heeft [verzoeker] tijdens een zitting verzocht om wraking van staatsraad mr. C.J. Borman, die als lid van de Afdeling belast was met de behandeling van de zaak nr. 202400782/1/A2. De wrakingsgrond was dat [verzoeker] niet voldoende gelegenheid had gekregen om zijn standpunten toe te lichten, gezien de complexiteit van de zaak en de vrees dat hij later zou worden verweten dat hij zijn standpunten niet voldoende had toegelicht. [verzoeker] stelde dat het aan hem was om te bepalen wanneer de behandeling voltooid was, en niet aan de voorzitter.
De staatsraad heeft niet ingestemd met de wraking en heeft een schriftelijke reactie ingediend, die tijdens de zitting aan [verzoeker] is voorgelezen. De Afdeling heeft het wrakingsverzoek behandeld op dezelfde zitting, waarbij [verzoeker] aanwezig was, maar de staatsraad heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om te worden gehoord.
Bij mondelinge beslissing op 3 april 2024 heeft de Afdeling het verzoek om wraking afgewezen. De Afdeling overwoog dat [verzoeker] voldoende gelegenheid had gekregen om zijn standpunten toe te lichten, mede aan de hand van een pleitnota. De beslissingen over het verloop van de zitting en de orde in de zittingszaal vallen buiten de beoordeling in een wrakingsprocedure. De staatsraad heeft de leiding van de zitting en is verantwoordelijk voor het waarborgen van een goede procesorde. De vrees van [verzoeker] voor partijdigheid of vooringenomenheid van de staatsraad werd niet objectief gerechtvaardigd.