ECLI:NL:RVS:2024:1360
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot niet in behandeling nemen van verblijfsvergunning aanvraag
Op 3 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam. Op 26 maart 2024 heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 29 maart 2024 uitspraak gedaan op dit verzoek.
De vreemdeling verzocht de voorzieningenrechter om te bepalen dat zij niet zou worden overgedragen voordat er op het hoger beroep was beslist, en om opvang en verstrekkingen te krijgen. De voorzieningenrechter overwoog dat het hoger beroep nader onderzoek vergt, mede in het licht van een recent arrest van het Hof van Justitie van 29 februari 2024. Gezien deze omstandigheden heeft de voorzieningenrechter besloten een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de vreemdeling niet mag worden overgedragen totdat er op het hoger beroep is beslist. Daarnaast is de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn vastgesteld op € 875,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is gedaan door mr. E. Steendijk, in tegenwoordigheid van mr. J. Nouta, griffier.