ECLI:NL:RVS:2024:1230
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- G.T.J.M. Jurgens
- Rechtspraak.nl
Besluit tot verhaal van kosten bestuursdwang voor asbestverwijdering op woning
In deze zaak gaat het om een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Deventer, waarbij de kosten van bestuursdwang tot een bedrag van € 19.441,90 zijn verhaald op de appellant. De bestuursdwang bestond uit het verwijderen van asbesthoudende dakplaten van de woning van de appellant aan de [locatie] in Deventer, alsook het weer dichtmaken van het dak. De appellant heeft tegen dit besluit beroep ingesteld bij de rechtbank Overijssel, maar de rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
De appellant heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State. De mondelinge zitting vond plaats op 21 maart 2024, waar de voorzitter, Staatsraad mr. G.T.J.M. Jurgens, en griffier mr. J.N. Witsen aanwezig waren. De appellant heeft in het hoger beroep een hogerberoepschrift ingediend, maar zonder gronden. De Afdeling heeft de appellant de gelegenheid gegeven om alsnog gronden in te dienen. De appellant heeft daarop enkele stukken ingediend, maar deze bevatten slechts herhalingen van argumenten die eerder in de procedure bij de rechtbank zijn aangevoerd.
De Afdeling heeft geoordeeld dat de appellant niet heeft aangetoond dat de overwegingen van de rechtbank onjuist of onvolledig zijn. Daarom heeft de Afdeling het hoger beroep ongegrond verklaard. De uitspraak van de rechtbank Overijssel van 29 april 2022 blijft daarmee in stand.