ECLI:NL:RVS:2024:1119
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.M. Wissels
- O. van Loon
- Rechtspraak.nl
Herziening van examenbeslissing door het College van beroep voor de examens van de Universiteit van Amsterdam
In deze zaak heeft de examencommissie van de Universiteit van Amsterdam op 2 mei 2023, met een aanvulling op 5 juni 2023, het verzoek van de appellant tot herziening van een eerdere beslissing van 21 september 2022 afgewezen. De appellant heeft hiertegen administratief beroep ingesteld bij het College van beroep voor de examens, dat op 23 november 2023 het beroep ongegrond heeft verklaard. De appellant heeft vervolgens beroep ingesteld bij de Raad van State, die op 14 maart 2024 uitspraak heeft gedaan.
Tijdens de openbare zitting op 14 maart 2024, waar de staatsraad mr. C.M. Wissels de zaak behandelde, werd duidelijk dat de examencommissie de door de appellant aangedragen nieuwe feiten en omstandigheden niet als zodanig kon kwalificeren. De Raad van State oordeelde dat deze feiten al eerder waren betrokken bij de besluitvorming en geen aanleiding gaven om de studieresultaten te verlengen. De Raad concludeerde dat de examencommissie de eerdere beslissing deugdelijk had gemotiveerd.
Daarnaast werd opgemerkt dat een verwijzing naar een eerdere beslissing in de beslissing van 21 september 2022 een kennelijke verschrijving betrof, wat de motivering van de beslissing niet in twijfel trok. De Raad van State bevestigde dat de examencommissie bij toekomstige verzoeken zal blijven beoordelen of er sprake is van nieuwe feiten en omstandigheden. Tot slot werd bepaald dat het college geen proceskosten hoeft te vergoeden.