ECLI:NL:RVS:2023:995
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake stempas voor provinciale staten- en waterschapsverkiezingen door niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft de appellant beroep ingesteld bij de Afdeling van de Raad van State, omdat hij een stempas wenst te ontvangen voor de provinciale statenverkiezingen en de waterschapsverkiezingen. De appellant is op de hoogte gesteld van zijn verplichting om griffierecht te betalen, zoals vermeld in artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht. Hij is in een brief van 10 maart 2023 gewezen op het verschuldigde griffierecht van € 184,00, dat voor de zitting voldaan diende te worden. Echter, de Afdeling constateert dat het griffierecht niet is voldaan, wat leidt tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep.
De mondelinge uitspraak vond plaats op 14 maart 2023, waarbij de voorzitter, Staatsraad mr. C.J. Borman, en de leden, Staatsraad mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen en Staatsraad mr. A.W.M. Bijloos, aanwezig waren. De griffier was mr. M. Rijsdijk. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam was vertegenwoordigd door mr. S. Lensink, en de Kiesraad door mr. D. Bogaart. De Afdeling heeft geoordeeld dat de bezwaren van de appellant tegen de betaling van het griffierecht niet voldoende zijn om te concluderen dat hij redelijkerwijs niet in verzuim is geweest. Daarom is het beroep niet-ontvankelijk verklaard.