ECLI:NL:RVS:2023:902
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot interstatelijk vertrouwensbeginsel
Op 7 maart 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.R. van der Pol, hoger beroep had ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 25 januari 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, nadat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 28 december 2022 zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk had verklaard. De vreemdeling verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, maar het hoger beroep leidde niet tot vernietiging van de eerdere uitspraak. De rechtbank had terecht geoordeeld dat voor Roemenië het interstatelijk vertrouwensbeginsel geldt voor statushouders en dat de vreemdeling niet aannemelijk had gemaakt dat dit in zijn geval anders was. De voorzieningenrechter oordeelde dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen en de staatssecretaris hoefde geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank.