ECLI:NL:RVS:2023:901

Raad van State

Datum uitspraak
6 maart 2023
Publicatiedatum
7 maart 2023
Zaaknummer
202301417/2/V1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in asielaanvraag van vreemdeling na afwijzing door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

Op 6 maart 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 27 december 2022 besloten om de aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling te nemen. De vreemdeling had hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 28 februari 2023 het beroep gegrond verklaarde en het besluit van de staatssecretaris vernietigde. De rechtbank bepaalde dat de staatssecretaris een nieuw besluit op de aanvraag moest nemen met inachtneming van de uitspraak.

Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De staatssecretaris voerde aan dat de overdrachtstermijn vandaag verstrijkt, wat een spoedeisend belang met zich meebrengt. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat, gezien de belangen die de staatssecretaris naar voren heeft gebracht, er geen aanleiding is om een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek is afgewezen en de staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.

De uitspraak is openbaar uitgesproken op 6 maart 2023, waarbij mr. D.A. Verburg als voorzieningenrechter en mr. L.S. van den Oosterkamp als griffier aanwezig waren.

Uitspraak

202301417/2/V1.
Datum uitspraak: 6 maart 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van die wet, hangende het hoger beroep van:
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Zwolle, van 28 februari 2023 in zaak nr. NL22.26659 in het geding tussen:
[de vreemdeling]
en
de staatssecretaris.
Procesverloop
Bij besluit van 27 december 2022 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.
Bij uitspraak van 28 februari 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de staatssecretaris een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van de uitspraak.
Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris vandaag hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter vandaag verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Overwegingen
1.       De staatssecretaris verzoekt de voorzieningenrechter de voorlopige voorziening te treffen dat hij de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op zijn hoger beroep heeft beslist.
2.       Gelet op de belangen die de staatssecretaris naar voren heeft gebracht, te weten dat vandaag de overdrachtstermijn verstrijkt, treft de voorzieningenrechter geen voorlopige voorziening.
3.       Het verzoek wordt afgewezen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. D.A. Verburg, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.S. van den Oosterkamp, griffier.
w.g. Verburg
voorzieningenrechter
w.g. Van den Oosterkamp
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 6 maart 2023
941