ECLI:NL:RVS:2023:784

Raad van State

Datum uitspraak
27 februari 2023
Publicatiedatum
27 februari 2023
Zaaknummer
202300330/1/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H.G. Sevenster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in hoger beroep tegen bewaring vreemdeling

Op 27 februari 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 9 januari 2023 het beroep van de vreemdeling tegen het voortduren van zijn bewaring ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling was in bewaring gesteld op 14 december 2022 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. In hoger beroep voerde de vreemdeling aan dat er redenen waren om het hoger beroep toch in behandeling te nemen, ondanks het feit dat volgens de wet geen hoger beroep mogelijk is tegen de maatregel van bewaring. De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelde echter dat de aangevoerde redenen niet voldoende waren om het verbod op hoger beroep te doorbreken. Er was geen sprake van een eerlijk proces, wat een uitzondering op het verbod zou rechtvaardigen. De Afdeling verklaarde zich onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen en besliste dat de staatssecretaris geen proceskosten hoefde te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. H. Vonk, griffier.

Uitspraak

202300330/1/V3.
Datum uitspraak: 27 februari 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats 's-­Hertogenbosch, van 9 januari 2023 in zaak nr. NL22.26433 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 14 december 2022 heeft de staatssecretaris de vreemdeling in bewaring gesteld.
Bij uitspraak van 9 januari 2023 heeft de rechtbank het tegen het voortduren van de bewaring door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. C.F. Wassenaar, advocaat te Rotterdam, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.       De uitspraak van de rechtbank gaat over het voortduren van de maatregel van bewaring (artikel 96 van de Vw 2000). Hiertegen kan geen hoger beroep worden ingesteld (artikel 84, aanhef en onder a, van de Vw 2000).
2.       Wat de vreemdeling in hoger beroep aanvoert, is geen reden om het hoger beroep toch in behandeling te nemen. Het verbod op hoger beroep kan alleen worden doorbroken als er geen eerlijk proces is geweest. Dit doet zich hier niet voor.
3.       De Afdeling is onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart zich onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. H. Vonk, griffier.
w.g. Sevenster
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Vonk
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 27 februari 2023
345-1023