ECLI:NL:RVS:2023:783
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot uitzetting naar Afghanistan
Op 27 februari 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in een asielzaak. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke op 6 juli 2022 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. Tevens was de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en was er een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd. De rechtbank Den Haag had op 21 december 2022 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, waarna de vreemdeling hoger beroep had ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De vreemdeling verzocht de voorzieningenrechter om te bepalen dat hij niet zou worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist en dat hij opvang en verstrekkingen zou ontvangen. De staatssecretaris had in zijn besluit aangegeven dat de vreemdeling aannemelijk had gemaakt dat hij in Afghanistan een reëel risico liep op een behandeling die in strijd is met artikel 3 van het EVRM. Ondanks deze overwegingen, concludeerde de voorzieningenrechter dat er op dat moment geen grond was om aan te nemen dat de eerdere uitspraak in hoger beroep zou worden vernietigd. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de staatssecretaris geen proceskosten hoefde te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 27 februari 2023.