ECLI:NL:RVS:2023:686
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 20 februari 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in een asielzaak. De vreemdeling had op 23 december 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 15 februari 2023 het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat zijn voorgenomen overdracht op 21 februari 2023 zou worden uitgesteld.
De voorzieningenrechter overwoog dat de hogerberoepstermijn nog niet was verstreken en dat er aanleiding was om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter besloot dat de voorgenomen overdracht van de vreemdeling op 21 februari 2023 achterwege moest blijven. Daarnaast werd de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die de vreemdeling had gemaakt in verband met de behandeling van het verzoek, tot een bedrag van € 837,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
De uitspraak werd gedaan in het openbaar op 20 februari 2023, waarbij mr. A.W.M. Bijloos als voorzieningenrechter en mr. A.M. van Meurs-Heuvel als griffier aanwezig waren. Deze uitspraak is van belang voor de rechtsbescherming van vreemdelingen die in asielprocedures betrokken zijn en toont de mogelijkheid van het treffen van voorlopige voorzieningen aan in het bestuursrecht.