ECLI:NL:RVS:2023:639
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot uitzetting naar Syrië
Op 16 februari 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in een asielzaak. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke op 4 oktober 2022 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De rechtbank Den Haag had op 30 januari 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, waarna de vreemdeling hoger beroep instelde en verzocht om een voorlopige voorziening.
De vreemdeling verzocht de voorzieningenrechter om te bepalen dat hij niet zou worden uitgezet naar Syrië totdat er op het hoger beroep was beslist, en om opvang en verstrekkingen te ontvangen. De staatssecretaris erkende dat de vreemdeling een reëel risico loopt op een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM, maar stelde dat er op dat moment geen reden was om aan te nemen dat de uitspraak van de rechtbank zou worden vernietigd.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek van de vreemdeling afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding was om een voorlopige voorziening te treffen. De staatssecretaris werd niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.