ECLI:NL:RVS:2023:630

Raad van State

Datum uitspraak
17 februari 2023
Publicatiedatum
16 februari 2023
Zaaknummer
202300599/3/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verschoning
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om verschoning van staatsraad in bestuursrechtelijke zaak

In de zaak met nummer 202300599/3/R1 heeft staatsraad E.J. Daalder op 13 februari 2023 verzocht om zich te mogen verschonen in verband met een andere zaak, 202300599/2/R1, die op 23 februari 2023 op zitting zal worden behandeld. Daalder, die als voorzieningenrechter is belast met de behandeling van deze zaak, heeft aangegeven dat de gemachtigde van de verzoekers een zakelijk bekende uit zijn privésfeer is. Dit heeft geleid tot de beslissing om het verzoek om verschoning in te willigen, om elke schijn van vooringenomenheid te voorkomen.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 17 februari 2023 de beslissing genomen om het verzoek toe te wijzen. De overwegingen van de Afdeling zijn gebaseerd op artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de mogelijkheid biedt voor rechters om zich te verschonen op basis van feiten en omstandigheden die de onpartijdigheid zouden kunnen schaden. De Afdeling heeft de motivering van Daalder als gerechtvaardigd beschouwd en heeft daarmee het verzoek om verschoning toegewezen.

De uitspraak is gedaan door de voorzitter mr. J.Th. Drop en de leden mr. H.G. Sevenster en mr. R. Uylenburg, in aanwezigheid van griffier mr. T. van Goeverden-Clarenbeek. De beslissing is openbaar uitgesproken op 17 februari 2023.

Uitspraak

202300599/3/R1.
Datum beslissing: 17 februari 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op het verzoek om verschoning (ex artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht: hierna: Awb) van:
mr. E.J. Daalder
Procesverloop
Ten aanzien van zaak nr. 202300599/2/R1, die op 23 februari 2023 op zitting zal worden behandeld, heeft staatsraad Daalder, die als voorzieningenrechter belast is met de behandeling van deze zaak, op 13 februari 2023 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen.
Overwegingen
1.       Ingevolge artikel 8:19, eerste lid, van de Awb kan op grond van feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 8:15 elk van de rechters die een zaak behandelen, verzoeken zich te mogen verschonen.
In artikel 8:15 is bepaald dat op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, kan worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2.       De zaak met nummer 202300599/2/R1 die op zitting zal worden behandeld, betreft een verzoek om voorlopige voorziening.
De staatsraad heeft te kennen gegeven dat bij de voorbereiding van bovenvermelde zaak is gebleken dat de gemachtigde van de verzoekers een zakelijk bekende uit de privésfeer is. Om iedere schijn van vooringenomenheid bij de behandeling van het verzoek om voorlopige voorziening te voorkomen heeft de staatsraad verzocht zich te mogen verschonen.
3.       De Afdeling acht, gezien deze motivering, inwilliging van het verzoek gerechtvaardigd.
4.       Gelet op het vorenstaande, wordt het verzoek toegewezen.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek toe.
Aldus vastgesteld door mr. J.Th. Drop, voorzitter, en mr. H.G. Sevenster en mr. R. Uylenburg, leden, in tegenwoordigheid van mr. T. van Goeverden-Clarenbeek, griffier.
w.g. Drop
voorzitter
w.g. Van Goeverden-Clarenbeek
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 17 februari 2023
488