ECLI:NL:RVS:2023:628
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaken van vreemdelingen tegen afwijzing verblijfsvergunning door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 14 februari 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in de zaken van twee vreemdelingen die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd hadden aangevraagd. De aanvragen waren door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 30 december 2022 afgewezen. De vreemdelingen hebben hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 3 februari 2023 de beroepen ongegrond heeft verklaard. Tegen deze uitspraken hebben de vreemdelingen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De vreemdelingen vroegen de voorzieningenrechter om te bepalen dat zij niet zouden worden uitgezet totdat er op hun hoger beroepen was beslist, en om opvang en verstrekkingen te ontvangen. De voorzieningenrechter heeft, gelet op de aangevoerde argumenten, besloten een voorlopige voorziening te treffen. Dit houdt in dat de vreemdelingen niet mogen worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op hun hoger beroep. Daarnaast is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die de vreemdelingen hebben gemaakt in verband met de behandeling van hun verzoeken, tot een bedrag van € 837,00, dat geheel is toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand.
De uitspraak benadrukt het belang van het recht op een eerlijk proces en de bescherming van vreemdelingen in asielprocedures. De voorzieningenrechter heeft de beslissing openbaar uitgesproken op 14 februari 2023, waarbij mr. B. Meijer als voorzieningenrechter en mr. R.H.L. Dallinga als griffier aanwezig waren.