ECLI:NL:RVS:2023:565
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de uitspraak van de rechtbank Den Haag inzake vreemdeling in bewaring gesteld door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 13 februari 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in het hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 4 januari 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Dit beroep was ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 16 december 2022 de vreemdeling in bewaring had gesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in haar uitspraak de motivering van de rechtbank overgenomen en geconcludeerd dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank had terecht en op goede gronden geoordeeld, en het hogerberoepschrift bevatte geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Hierdoor werd het hoger beroep ongegrond verklaard en werd de uitspraak van de rechtbank bevestigd.
De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 13 februari 2023, door mr. A.W.M. Bijloos, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.M. van Meurs-Heuvel, griffier.