ECLI:NL:RVS:2023:4861
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen terugkeerbesluit en inreisverbod van vreemdeling
Op 12 januari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een terugkeerbesluit genomen, waarbij de vreemdeling werd opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten, en een inreisverbod tegen hem is uitgevaardigd. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht. Op 12 juli 2023 heeft de rechtbank zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van het beroep tegen het terugkeerbesluit en het beroep tegen het inreisverbod ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. P. Scholtes, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 27 december 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep. De Afdeling oordeelt dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank heeft terecht en op goede gronden geoordeeld, en de Afdeling neemt de motivering van de rechtbank over. Het hogerberoepschrift bevat geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden, waardoor verdere motivering niet nodig is.
De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd en de staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De beslissing is vastgesteld door mr. A. Kuijer, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.W. Schippers, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 27 december 2023.