ECLI:NL:RVS:2023:4774

Raad van State

Datum uitspraak
20 december 2023
Publicatiedatum
20 december 2023
Zaaknummer
202206616/1/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar wijziging bushalte Amsterdam

Op 2 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam het bezwaar van Truck Care tegen de wijziging van het busvak bij de bushalte tegenover een bepaalde locatie in Amsterdam niet-ontvankelijk verklaard. De wijziging hield in dat de bushalte is veranderd van een bushalte met haltekom naar een bushalte waarbij passagiers in- en uitstappen op de rijbaan. Truck Care heeft bezwaar gemaakt tegen deze wijziging, maar het college stelde dat er geen onderliggend verkeersbesluit nodig was, omdat het enkel ging om een wijziging in de lay-out van de bushalte. De rechtbank Amsterdam heeft het beroep van Truck Care tegen de niet-ontvankelijk verklaring op 5 oktober 2022 ongegrond verklaard, wat leidde tot hoger beroep door Truck Care.

Tijdens de zitting op 7 november 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de zaak behandeld. Truck Care betoogde dat de rechtbank ten onrechte het standpunt van het college had gevolgd zonder inhoudelijke motivering en dat er wel degelijk een verkeersbesluit nodig was. Ook werd er geklaagd over het ontbreken van een proceskostenveroordeling en de vergoeding van griffierechten. De Afdeling oordeelde echter dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat voor de wijziging van de bushalte geen verkeersbesluit nodig was, omdat het enkel ging om een wijziging in de lay-out en er geen beperking of uitbreiding van het aantal weggebruikers was.

De Afdeling bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep ongegrond was. Het college hoefde geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 20 december 2023.

Uitspraak

202206616/1/A2.
Datum uitspraak: 20 december 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
Truck Care Amsterdam C.V. en [appellant] (hierna samen: Truck Care), gevestigd te Amsterdam,
appellanten,
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 5 oktober 2022 in zaak nr. 20/5428 in het geding tussen:
Truck Care
en
het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam (hierna: het college).
Procesverloop
Bij besluit van 2 september 2020 heeft het college het door Truck Care gemaakte bezwaar tegen de wijziging/verwijdering van het busvak bij de bushalte tegenover [locatie] te Amsterdam niet-ontvankelijk verklaard.
Bij uitspraak van 5 oktober 2022 heeft de rechtbank het door Truck Care daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft Truck Care hoger beroep ingesteld.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 7 november 2023, waar Truck Care, vertegenwoordigd door [gemachtigde], is verschenen.
Overwegingen
Inleiding
1.       Het college heeft het busvak bij de bushalte tegenover [locatie] te Amsterdam verwijderd. De bushalte is gewijzigd van een bushalte met haltekom naar een bushalte waarbij passagiers in- en uitstappen op de rijbaan. Tegen deze wijziging heeft Truck Care bezwaar gemaakt. Het college heeft het bezwaar van Truck Care bij het besluit van 2 september 2020, onder verwijzing naar het advies van de bezwaarschriftcommissie, niet-ontvankelijk verklaard omdat in dit geval de mogelijkheid van bezwaar niet open stond. Er ontbrak namelijk een onderliggend verkeersbesluit. Een verkeersbesluit was ook niet nodig, omdat enkel de ‘lay-out’ van de bushalte is gewijzigd, aldus het college.
Oordeel van de rechtbank
2.       De rechtbank heeft het tegen het besluit van 2 september 2020 gerichte beroep van Truck Care ongegrond verklaard en heeft geoordeeld dat het college terecht het bezwaar van Truck Care niet-ontvankelijk heeft verklaard. De rechtbank heeft het college gevolgd dat het hier gaat om een wijziging in de lay-out van de bushalte. Omdat hiervoor gelet op artikel 15 van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: de Wvw 1994) geen verkeersbesluit nodig was, stond ook geen bezwaar open tegen de wijziging. De rechtbank is daarom verder niet toegekomen aan een inhoudelijke behandeling van de zaak.
Wettelijk kader
Artikel 15 van de Wvw 1994 luidt:
"1. De plaatsing of verwijdering van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens, en onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd, geschiedt krachtens een verkeersbesluit.
2. Maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer geschieden krachtens een verkeersbesluit, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken."
Hoger beroep en beoordeling ervan
3.       Truck Care betoogt dat de rechtbank ten onrechte het standpunt van het college heeft gevolgd zonder inhoudelijke motivering. Ook heeft de rechtbank niet onderkend dat een verkeersbesluit wel is vereist. Tot slot betoogt Truck Care dat de rechtbank ten onrechte niet heeft geoordeeld over een proceskostenveroordeling en vergoeding van de griffierechten. Ook zou de rechtbank het college hebben moeten opdragen een nieuw besluit op het gemaakte bezwaar te nemen.
4.       De Afdeling is met de rechtbank van oordeel dat voor de verwijdering van het busvak en wijziging van de bushalte tegenover [locatie] geen verkeersbesluit nodig was, omdat het slechts gaat om een wijziging in de lay-out van de bushalte en dat de verwijdering/wijziging niet heeft geleid tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van de desbetreffende weg of weggedeelte gebruik kan maken. Daarom was geen verkeersbesluit nodig op grond van artikel 15, tweede lid, van de Wvw 1994. Dit betekent dat er geen bezwaar mogelijk was. Gelet hierop, heeft de rechtbank terecht en op goede gronden geoordeeld dat het college het bezwaar van Truck Care terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. De door Truck Care in hoger beroep genoemde uitspraken van de Afdeling kunnen niet tot een ander oordeel leiden, omdat het geen vergelijkbare zaken betreffen.
Slotsom
5.       Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd. Daarom is de rechtbank terecht niet overgegaan tot de door Truck Care hierboven onder 3 gevraagde beslissingen.
6.       Het college hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. C.H.M. van Altena, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. R.F.J. Bindels, griffier.
w.g. Van Altena
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Bindels
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 20 december 2023
85-1068