ECLI:NL:RVS:2023:477

Raad van State

Datum uitspraak
1 februari 2023
Publicatiedatum
8 februari 2023
Zaaknummer
202106279/1/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen de niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar tegen omgevingsvergunning voor herinrichting Sint Wilbertsplein

Op 1 februari 2023 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een appellant tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn bezwaar door het college van burgemeester en wethouders van Gemert-Bakel. Het hoger beroep betreft een omgevingsvergunning die op 24 december 2020 is verleend voor de herinrichting van het Sint Wilbertsplein in Bakel. De appellant, wonend op ongeveer 700 meter van het plein, is van mening dat de verleende vergunning niet in overeenstemming is met de belangen van de omwonenden. Hij vreest dat de herinrichting zal leiden tot overlast door afval en is teleurgesteld over het verdwijnen van de kinderkopjes.

De rechtbank Oost-Brabant had eerder, op 27 augustus 2021, het beroep van de appellant ongegrond verklaard. In het hoger beroep heeft de appellant zijn bezwaren herhaald, maar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelt dat de rechtbank gemotiveerd op deze gronden is ingegaan. De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank en stelt vast dat de appellant geen nieuwe argumenten heeft aangedragen die de eerdere beoordeling in twijfel trekken. De Afdeling concludeert dat het college van burgemeester en wethouders het bezwaar van de appellant terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.

De uitspraak benadrukt dat de omgevingsvergunning de herinrichting van het plein mogelijk maakt, waarbij de bestrating van kinderkopjes wordt vervangen door groen, een waterelement en wandelpaden. De Afdeling oordeelt dat de belangen van de appellant niet zwaarder wegen dan de noodzaak van de herinrichting, en dat het college geen proceskosten hoeft te vergoeden.

Uitspraak

202106279/1/R2.
Datum uitspraak: 1 februari 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te Bakel, gemeente Gemert-Bakel,
tegen de uitspraak van de rechtbank Oost­Brabant van 27 augustus 2021 in zaak nr. 21/806 in het geding tussen:
[appellant]
en
het college van burgemeester en wethouders van Gemert-Bakel.
Openbare zitting gehouden op 1 februari 2023 om 14:15 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. R. Uylenburg, voorzitter
griffier: mr. M. Scheele
jurist: C.M. Schellingerhout
Verschenen via een videoverbinding:
het college van burgemeester en wethouders van Gemert-Bakel, vertegenwoordigd door P. Fermont.
====================================
Bij besluit van 24 december 2020 heeft het college een omgevingsvergunning verleend aan de gemeente Gemert-Bakel voor de herinrichting van het Sint Wilbertsplein in Bakel.
Bij besluit van 16 maart 2021 heeft het college het bezwaar van [appellant] niet-ontvankelijk verklaard.
Bij uitspraak van 27 augustus 2021 heeft de rechtbank het beroep van [appellant] ongegrond verklaard.
Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 27 augustus 2021 van de rechtbank Oost-Brabant.
De Afdeling
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Redenen voor dit oordeel:
De omgevingsvergunning maakt de nieuwe inrichting van het Sint Wilbertsplein mogelijk. De bestrating van kinderkopjes gaat eruit en het plein wordt opnieuw ingericht met groen, een waterelement en wandelpaden. Deze herinrichting heeft al plaatsgevonden. [appellant] woont op ongeveer 700 meter van het plein en kan zich niet vinden in de verleende omgevingsvergunning. Hij vreest dat mensen afval achterlaten in het groen en dat dit niet goed opgeruimd kan worden. Ook vindt hij het erg jammer dat de kinderkopjes zijn verdwenen.
[appellant] betoogt dat zijn bezwaar ontvankelijk had moeten zijn. Zijn beroep bij de rechtbank daarover is volgens hem ten onrechte ongegrond verklaard. Omdat het hier gaat om het centrale dorpsplein, zouden meer mensen bezwaar moeten kunnen indienen over dit soort besluiten. Mensen die wat verder van het plein wonen maar wel uit Bakel komen, zijn hierbij gebaat, omdat zij vaker met de auto naar het centrum gaan.
De gronden die [appellant] in hoger beroep heeft aangevoerd zijn zo goed als een herhaling van wat hij in beroep heeft aangevoerd. De rechtbank is gemotiveerd op die gronden ingegaan. [appellant] heeft geen redenen aangevoerd waarom de gemotiveerde beoordeling van die gronden in de aangevallen uitspraak onjuist of onvolledig zou zijn. De Afdeling kan zich vinden in het oordeel van de rechtbank en in de onder 3.4 tot en met 3.7 opgenomen overwegingen, waarop dat oordeel is gebaseerd. Dit betekent dat het oordeel van de rechtbank juist is. Het college heeft het bezwaar van [appellant] terecht niet-ontvankelijk verklaard.
Het college hoeft geen proceskosten te vergoeden.
w.g. Uylenburg
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Scheele
griffier
723-980