ECLI:NL:RVS:2023:4732

Raad van State

Datum uitspraak
20 december 2023
Publicatiedatum
20 december 2023
Zaaknummer
202307071/1/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

Op 20 december 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 23 augustus 2023 niet in behandeling werd genomen. De rechtbank had op 10 november 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, waarop de vreemdeling hoger beroep instelde, vertegenwoordigd door mr. A Khalaf, advocaat te Groningen.

De Raad van State oordeelde dat de rechtbank terecht had overwogen dat de staatssecretaris voor Letland mocht uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. De vreemdeling had niet aangetoond dat er een reëel risico bestond op een behandeling in strijd met artikel 4 van het EU Handvest en artikel 3 van het EVRM. Het hoger beroep leidde niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, en de Raad van State bevestigde de eerdere uitspraak. De staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.

De uitspraak is gedaan met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, en de beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

202307071/1/V3.
Datum uitspraak: 20 december 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, van 10 november 2023 in zaak nr. NL23.24342 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 23 augustus 2023 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.
Bij uitspraak van 10 november 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A Khalaf, advocaat te Groningen, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.       Het hoger beroep leidt niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank heeft namelijk terecht overwogen dat de staatssecretaris voor Letland uit mocht gaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. De vreemdeling heeft niet aannemelijk gemaakt dat de mogelijke pushbacks aan de grens met Letland er toe leiden dat voor Dublinclaimanten in het algemeen of voor hem in het bijzonder een reëel risico bestaat op een behandeling in strijd met artikel 4 van het EU Handvest en artikel 3 van het EVRM.
1.1.    Dit oordeel hoeft niet verder te worden gemotiveerd. De reden daarvoor is dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden (artikel 91, tweede lid, van de Vw 2000).
2.       Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. M. Soffers, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. D.I. Schipper, griffier.
w.g. Soffers
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Schipper
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 20 december 2023
872-981