ECLI:NL:RVS:2023:4706
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 1 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam. Op 25 mei 2022 heeft de rechtbank het beroep gegrond verklaard, het besluit van de staatssecretaris vernietigd en bepaald dat de staatssecretaris een nieuw besluit op de aanvraag moet nemen met inachtneming van de uitspraak.
Tegen deze uitspraak hebben zowel de staatssecretaris als de vreemdeling hoger beroep ingesteld. De vreemdeling is vertegenwoordigd door mr. J.M.M. Heilbron, advocaat te Amsterdam. In het hoger beroep heeft de staatssecretaris geen nieuwe vragen opgeworpen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moeten worden. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft geoordeeld dat het hoger beroep van de staatssecretaris niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank.
Evenzo heeft de vreemdeling in haar hoger beroep geen nieuwe vragen gesteld die aanleiding geven tot een ander oordeel. De Raad van State bevestigt de uitspraak van de rechtbank en veroordeelt de staatssecretaris tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die in verband met de behandeling van het hoger beroep zijn gemaakt. De totale kosten bedragen € 837,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is gedaan op 18 december 2023.