ECLI:NL:RVS:2023:4657
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na niet in behandeling nemen aanvraag verblijfsvergunning
Op 12 december 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening en hoger beroep van een vreemdeling. De vreemdeling had op 2 oktober 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. V.M. Oliana, heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 28 november 2023 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De voorzieningenrechter oordeelde dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen, en de staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd in het openbaar gedaan, en de beslissing werd vastgesteld door mr. J.C.A. de Poorter, met M.E. van Laar LLM als griffier.