ECLI:NL:RVS:2023:4560
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van asielaanvraag door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 8 december 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De staatssecretaris had op 24 april 2023 een aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, had op 10 juli 2023 deze beslissing vernietigd en de staatssecretaris opgedragen een nieuw besluit te nemen. De staatssecretaris ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
In de overwegingen van de Raad van State werd vastgesteld dat de rechtbank ten onrechte had overwogen dat de staatssecretaris nader onderzoek moest doen naar de internationale beschermingsstatus van de vreemdeling. De Raad van State oordeelde dat het aan de vreemdeling is om aan te tonen dat hij in Bulgarije geen internationale bescherming meer heeft. De grief van de staatssecretaris slaagde, wat leidde tot de conclusie dat het hoger beroep gegrond was.
De Raad van State vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van de vreemdeling ongegrond. De staatssecretaris hoefde geen proceskosten te vergoeden. Deze uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de vreemdeling om zijn situatie aan te tonen en bevestigt de bevoegdheid van de staatssecretaris in het asielproces.