ECLI:NL:RVS:2023:4469
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot niet in behandeling nemen aanvraag verblijfsvergunning
Op 4 december 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling verzocht om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 6 oktober 2023 niet in behandeling was genomen. De rechtbank Den Haag had op 23 november 2023 het beroep van de vreemdeling tegen deze beslissing ongegrond verklaard, waarna de vreemdeling hoger beroep instelde en tevens verzocht om een voorlopige voorziening.
De vreemdeling vroeg de voorzieningenrechter om te bepalen dat hij niet zou worden overgedragen totdat er op het hoger beroep was beslist, en om opvang en verstrekkingen te ontvangen. De voorzieningenrechter overwoog dat het hoger beroep nader onderzoek vergt, mede in het licht van eerdere uitspraken over het interstatelijk vertrouwensbeginsel voor Polen. Gezien deze omstandigheden besloot de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening te treffen.
In de beslissing werd bepaald dat de vreemdeling niet zou worden overgedragen totdat er op het hoger beroep was beslist. Daarnaast werd de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 837,00 werden vastgesteld, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak werd gedaan door mr. B. Meijer, in tegenwoordigheid van mr. C.M.J.B. A Campo, griffier.