ECLI:NL:RVS:2023:4463

Raad van State

Datum uitspraak
1 december 2023
Publicatiedatum
1 december 2023
Zaaknummer
202305426/2/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van bestemmingsplan Wijkdijk 36, Boskoop wegens mogelijke aantasting van woon- en leefklimaat

Op 1 december 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft een bestemmingsplan dat op 15 juni 2023 door de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn is vastgesteld voor de uitbreiding van een bedrijf aan de Wijkdijk 36 in Boskoop. De uitbreiding omvat een nieuwe opslagschuur van ongeveer 5.500 m2 en verharding van ongeveer 4,05 hectare. De verzoekster, woonachtig in de nabijheid van het plangebied, heeft beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening om onomkeerbare gevolgen te voorkomen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen en het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan geschorst. De voorzieningenrechter oordeelde dat er gerede twijfel bestaat over de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan, met name met betrekking tot de impact op de cultuurhistorische waarde van het gebied en de compensatie voor weidevogels. De voorzieningenrechter benadrukte dat het bestemmingsplan onomkeerbare gevolgen kan hebben en dat er spoedeisend belang aanwezig is, aangezien de werkzaamheden mogelijk in het eerste kwartaal van 2024 zouden beginnen.

De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat het bestemmingsplan niet in werking treedt totdat er een uitspraak is gedaan in de bodemprocedure. De raad van de gemeente Alphen aan den Rijn is gelast om het griffierecht van de verzoekster te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan op 1 december 2023.

Uitspraak

202305426/2/R3.
Datum uitspraak: 1 december 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoekster], wonend te Boskoop, gemeente Alphen aan den Rijn,
verzoekster,
en
de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 15 juni 2023 heeft de raad het bestemmingsplan "Wijkdijk 36, Boskoop" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [verzoekster] beroep ingesteld. [verzoekster] heeft ook de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De raad heeft nadere stukken ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op de zitting behandeld van 21 november 2023, waar [verzoekster], en de raad, vertegenwoordigd door ing. R. Prins, zijn verschenen. Verder is op de zitting [bedrijf], vertegenwoordigd door [gemachtigden], bijgestaan door [gemachtigde], als partij gehoord.
Overwegingen
Inleiding
1.       Aan de Wijkdijk 36 in Boskoop is een nevenvestiging van het [bedrijf] gevestigd. Op die locatie wil [bedrijf] haar bedrijf uitbreiden met een nieuwe opslagschuur van ongeveer 5.500 m2 en nieuwe verharding voor de uitbreiding van de capaciteit van de grondopslag. Het gaat om een uitbreiding van ongeveer 6,3 hectare, waarvan ongeveer 4,05 hectare wordt verhard. De raad heeft het bestemmingsplan vastgesteld om de bedrijfsuitbreiding mogelijk te maken.
2.       [verzoekster] woont aan de [locatie] in Boskoop. Dit is in de directe omgeving van het plangebied. Zij vreest aantasting van haar woon- en leefklimaat. Zij heeft daarom beroep ingesteld. Ook heeft zij gevraagd een voorlopige voorziening te treffen om te voorkomen dat onomkeerbare gevolgen zullen optreden. Het plangebied wordt als gevolg van het bestemmingsplan grotendeels verhard voor grondopslag en -overslag. Daarbij worden onder andere verschillende watergangen gedempt en het gebied wordt anders ingericht. Zij voert onder meer aan dat een groot deel van het plangebied bestaat uit veenweidegebied waar weidevogels zoals de Grutto voorkomen. Uitvoering van het plan leidt ertoe dat de weidevogels hun leefgebied moeten verplaatsen. Zij betwist de toereikendheid van de compensatie voor weidevogels. Uitvoering van het bestemmingsplan gaat volgens [verzoekster] gepaard met veel uitstoot van CO2. Ook gaat het om gebied dat is aangewezen voor cultuurhistorische waarden, die volgens haar zullen worden aangetast door de ontwikkelingen.
Conclusie van de voorzieningenrechter
3.       De voorzieningenrechter ziet aanleiding om het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening toe te wijzen en schorst het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan "Wijkdijk 36, Boskoop". De voorzieningenrechter licht hierna toe waarom.
4.       Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
Spoedeisend belang
5.       De voorzieningenrechter acht spoedeisend belang aanwezig, omdat het bestemmingsplan onomkeerbare gevolgen heeft. Het bestemmingsplan voorziet in nieuwe bouw- en gebruiksmogelijkheden. Op de zitting heeft [bedrijf] te kennen gegeven in het eerste kwartaal van 2024 te willen beginnen met de werkzaamheden. Tussen partijen is ook niet in geschil dat er spoedeisend belang is.
Beoordeling van het verzoek
6.       Er bestaat bij de voorzieningenrechter gerede twijfel over de vraag of het bestemmingsplan in de bodemprocedure stand zal houden. Zo heeft de voorzieningenrechter onvoldoende duidelijkheid gekregen over de volgende punten:
-         De uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan waar het betreft de impact van de uitbreiding van het bedrijf op de cultuurhistorische waarde van het plangebied. Het gaat hier naar het oordeel van de voorzieningenrechter om een forse bedrijfsuitbreiding. Benutting van de nieuwe gebruiksmogelijkheden leidt ertoe dat een groot deel van de weidegronden in het plangebied wordt verhard en het gebied anders wordt ingericht. Er moeten onder meer graafwerkzaamheden worden verricht. Op voorhand is de voorzieningenrechter niet duidelijk hoe de raad dit heeft afgewogen tegenover de beschermwaardigheid van het gebied, die onder meer blijkt uit de in het plan aan het plangebied toegekende dubbelbestemming "Waarde-Cultuurhistorie-Uitvoeren werk(zaamheden)". Op grond van die dubbelbestemming is het verboden om zonder omgevingsvergunning werkzaamheden zoals het aanbrengen van oppervlakteverharding en het afgraven van de gronden uit te voeren. In hoeverre heeft de raad op voorhand bezien of het plan gelet daarop uitvoerbaar is?
-         De omvang van de volgens de plantoelichting benodigde weidevogelcompensatie en de regeling daarvan. De voorzieningenrechter constateert dat de gronden waarop de compensatie voor de weidevogels is voorzien geen deel uitmaken van het plan. De compensatie is ook niet in de planregels geborgd.
-         De kenbaarheid van de door de raad gemaakte afweging als het gaat om de uitstoot van CO2 en de impact van de bedrijfsactiviteiten op het woon- en leefklimaat van [verzoekster].
7.       Gelet op wat onder 6 is overwogen en om onomkeerbare ontwikkelingen te voorkomen ziet de voorzieningenrechter aanleiding het verzoek toe te wijzen en het bestemmingsplan te schorsen. Het bestemmingsplan treedt daardoor niet in werking, zodat het bestemmingsplan totdat uitspraak is gedaan in de bodemprocedure geen toetsingskader vormt voor vergunningaanvragen. Van de nieuwe in het plan mogelijk gemaakte gebruiksmogelijkheden mag nog geen gebruik worden gemaakt. Er bestaat geen aanleiding op de overige beroepsgronden van [verzoekster] in te gaan.
Proceskosten
8.       De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn van 15 juni 2023 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Wijkdijk 36, Boskoop";
II.       gelast dat de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn aan [verzoekster] het door haar voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 184,00 vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. H.C.P. Venema, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.G. Alderlieste, griffier.
w.g. Venema
voorzieningenrechter
w.g. Alderlieste
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 1 december 2023
590