ECLI:NL:RVS:2023:4349

Raad van State

Datum uitspraak
23 november 2023
Publicatiedatum
23 november 2023
Zaaknummer
202306678/1/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H.G. Sevenster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag over de bewaring van een vreemdeling

Op 21 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een vreemdeling in bewaring gesteld. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 23 oktober 2023 het beroep ongegrond heeft verklaard en het verzoek om schadevergoeding heeft afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. D. Matadien, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 23 november 2023 uitspraak gedaan. In de overwegingen werd vastgesteld dat de rechtbank uitspraak heeft gedaan over het voortduren van de maatregel van bewaring, waartegen geen hoger beroep mogelijk is volgens de wet. De Afdeling oordeelde dat de aangevoerde gronden van de vreemdeling geen reden vormen om het hoger beroep in behandeling te nemen, aangezien er geen sprake was van een onterecht proces.

Uiteindelijk verklaarde de Afdeling zich onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen en besloot dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. S. Nederhoff, griffier.

Uitspraak

202306678/1/V3.
Datum uitspraak: 23 november 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 23 oktober 2023 in zaak nr. NL23.32074 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 21 augustus 2023 heeft de staatssecretaris de vreemdeling in bewaring gesteld.
Bij uitspraak van 23 oktober 2023 heeft de rechtbank het door de vreemdeling tegen het voortduren van de bewaring ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. D. Matadien, advocaat te Rotterdam, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.       De uitspraak van de rechtbank gaat over het voortduren van de maatregel van bewaring (artikel 96 van de Vw 2000). Hiertegen kan geen hoger beroep worden ingesteld (artikel 84, aanhef en onder a, van de Vw 2000).
1.1.    Wat de vreemdeling in hoger beroep aanvoert, is geen reden om het hoger beroep toch in behandeling te nemen. Het verbod op hoger beroep kan alleen worden doorbroken als er geen eerlijk proces is geweest. Dit doet zich hier niet voor.
2.       De Afdeling is onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart zich onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S. Nederhoff, griffier.
w.g. Sevenster
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Nederhoff
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 23 november 2023
918