BIJLAGE
Algemene wet bestuursrecht (Awb)
"De bestuursrechter vernietigt een besluit niet op de grond dat het in strijd is met een geschreven of ongeschreven rechtsregel of een algemeen rechtsbeginsel, indien deze regel of dit beginsel kennelijk niet strekt tot bescherming van de belangen van degene die zich daarop beroept."
Wet natuurbescherming (Wnb)
"1. Een bestuursorgaan stelt een plan dat niet direct verband houdt met of nodig is voor het beheer van een Natura 2000-gebied, en dat afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten significante gevolgen kan hebben voor een Natura 2000-gebied, uitsluitend vast indien is voldaan aan artikel 2.8.
2. Het is verboden zonder vergunning van gedeputeerde staten een project te realiseren dat niet direct verband houdt met of nodig is voor het beheer van een Natura 2000-gebied, maar afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten significante gevolgen kan hebben voor een Natura 2000-gebied.
3. Gedeputeerde staten verlenen een vergunning als bedoeld in het tweede lid uitsluitend indien is voldaan aan artikel 2.8.
4. Het verbod, bedoeld in het tweede lid, is niet van toepassing op projecten ten aanzien waarvan bij of krachtens enige wettelijke bepaling een besluit is vereist, indien bij of krachtens die wet is bepaald dat dat besluit uitsluitend wordt vastgesteld indien is voldaan aan artikel 2.8."
Artikel 2.8, eerste tot en met derde lid, luidt:
"1. Voor een plan als bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, of een project als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, maakt het bestuursorgaan, onderscheidenlijk de aanvrager van de vergunning, een passende beoordeling van de gevolgen voor het Natura 2000-gebied, rekening houdend met de instandhoudingsdoelstellingen voor dat gebied.
2. In afwijking van het eerste lid hoeft geen passende beoordeling te worden gemaakt, ingeval het plan of het project een herhaling of voortzetting is van een ander plan, onderscheidenlijk project, of deel uitmaakt van een ander plan, voor zover voor dat andere plan of project een passende beoordeling is gemaakt en een nieuwe passende beoordeling redelijkerwijs geen nieuwe gegevens en inzichten kan opleveren over de significante gevolgen van dat plan of project.
3. Het bestuursorgaan stelt het plan uitsluitend vast, en gedeputeerde staten verlenen voor het project, bedoeld in het eerste lid, uitsluitend een vergunning, indien uit de passende beoordeling de zekerheid is verkregen dat het plan, onderscheidenlijk het project de natuurlijke kenmerken van het gebied niet zal aantasten."
Besluit ruimtelijke ordening (Bro)
Artikel 3.1.6, tweede lid, luidt:
"De toelichting bij een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, bevat een beschrijving van de behoefte aan die ontwikkeling, en, indien het bestemmingsplan die ontwikkeling mogelijk maakt buiten het bestaand stedelijk gebied, een motivering waarom niet binnen het bestaand stedelijk gebied in die behoefte kan worden voorzien."
Artikel 1.1.1, onder i, luidt:
"stedelijke ontwikkeling: ruimtelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen."
Bestemmingsplan "Recreatie aan de Meinweg"
"De voor "Recreatie-Verblijfsrecreatie-5" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. mobiele chalets;
b. bungalows;
c. camperplaatsen;
d. een gebouw ten behoeve van centrale voorzieningen (zoals een receptie) en een aan verblijfsrecreatie ondergeschikt café/restaurant met terras uit categorie 1a van de Staat van Horeca-activiteiten (bijlage 1), uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "(technisch) beheergebied";
e. wonen, uitsluitend in een bedrijfswoning;
f. bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "(technisch) beheergebied";
g. landschappelijke inpassingsplan;
met de daarbij behorende:
h. voorzieningen, zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en loosvoorzieningen, recreatieve paden, toegangswegen, bankjes en ander parkmeubilair;
i. de nevenfunctie beroep-aan-huis in max. 1/3 van de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken."
"Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
a. de afstand tussen mobiele chalets bedraagt ten minste 5 meter;
b. het aantal bedrijfswoningen bedraagt ten hoogste 1;
c. het aantal mobiele chalets bedraagt ten hoogste 180;
d. het aantal bungalows bedraagt ten hoogste 50;
e. het aantal camperplaatsen bedraagt ten hoogste 17;
f. de maximale oppervlakte voor een centrale voorziening bedraagt 400 m²;
g. de bouw- en nokhoogte voor bebouwing bedraagt maximaal 7 meter nokhoogte en 3,5 meter goothoogte;
h. de maximale inhoud van de bedrijfswoning bedraagt 500 m³;
i. de maximale maatvoering voor de bungalows zijn conform de bestaande maatvoering;
j. de maximale bebouwde oppervlakte per mobiele chalet bedraagt 125 m²;
k. bijgebouwen bij de bedrijfswoning, bungalows of mobiele chalets zijn niet toegestaan;
l. de maximale bouwhoogte voor speeltoestellen, licht- en vlaggenmasten bedraagt 6 meter;
m. de maximale bouwhoogte voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen maximaal 3 meter hoog zijn;
n. voldaan dient te worden aan het beeldkwaliteitsplan in Bijlage 3 bij deze planregels."
Artikel 3.3.1, aanhef en onder a, b, c, luidt:
"Met betrekking tot het gebruiken en laten gebruiken van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
a. de onderlinge afstand tussen kampeermiddelen bedraagt ten minste 5 meter, met dien verstande dat deze afstand niet van toepassing is voor kampeermiddelen die aaneengeschakeld zijn;
b. binnen het bestemmingsvlak zijn ten hoogste 180 chalets, 50 bungalows en 17 camperplaatsen toegestaan;
c. het terrein mag gebruikt worden gedurende het gehele jaar voor kortdurend recreatief gebruik."
"Het gebruik van gronden en bouwwerken overeenkomstig de bestemming is alleen toegestaan indien de landschappelijke inpassing conform Bijlage 2 bij deze regels, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - landschappelijke inpassing" uiterlijk binnen twee jaar na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan wordt aangelegd en in stand wordt gehouden op de wijze zoals aangegeven."
"De voor "Recreatie- Verblijfsrecreatie-10" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. kampeerplaatsen ten behoeve van kampeermiddelen, (semi permanente) tenten en mobiele chalets, maximaal 200;
b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - camperplaatsen", camperplaatsen, maximaal 80;
c. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - dagrecreatie", dagrecreatie en voorzieningen en bouwwerken voor dagrecreatie;
d. uitsluitend binnen de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - dagrecreatie", bouwwerken ten behoeve van centrale voorzieningen (zoals een receptie), een zwembad en een aan verblijfsrecreatie ondergeschikt café/restaurant met terras uit categorie 1a van de Staat van Horeca-activiteiten (bijlage 1);
e. uitsluitend in de bedrijfswoning, wonen;
f. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "(technisch) beheergebied, bouwwerken en gebouwen ten behoeve van facilitaire voorzieningen, zoals een werkplaats, de afvalinzameling en een seizoensgebonden kamp ten behoeve parkmedewerkers;
g. landschappelijke inpassingsplan;
met de daarbij behorende:
h. voorzieningen, zoals sanitaire voorzieningen, fietsenstalling, erven, tuinen, speelvoorzieningen, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, recreatieve paden, toegangswegen, bankjes en ander parkmeubilair;
i. de nevenfunctie beroep-aan-huis in max. 1/3 van de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken."
"Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
a. de afstand tussen kampeermiddelen, (semi permanente) tenten en mobiele chalets, en deze onderling, bedraagt ten minste 5 meter;
b. het aantal bedrijfswoningen bedraagt ten hoogste 1;
c. de maximale bebouwde oppervlakte (inclusief zwembad, al dan niet overdekt) binnen de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - dagrecreatie" bedraagt 1.500m²;
d. de maximale bouwhoogte voor bebouwing binnen de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - dagrecreatie" bedraagt 7 meter;
e. de maximale bouwhoogte voor bebouwing binnen de aanduiding "(technisch) beheergebied" bedraagt 3,5 meter;
f. de maximale bebouwde oppervlakte binnen de aanduiding "(technisch) beheergebied" bedraagt 600m²;
g. de maximale inhoud van de bedrijfswoning bedraagt 500m³;
h. de maximale bebouwde oppervlakte per (semi permanente) tent of mobiele chalets bedraagt 125m²;
i. bijgebouwen bij de bedrijfswoning, (semi permanente) tenten en mobiele chalets zijn niet toegestaan;
j. het maximaal aantal toegestane sanitaire voorzieningen bedraagt 6 meter, met een maximale oppervlakte van 600m² in totaal;
k. de maximale bouwhoogte voor sanitaire voorzieningen bedraagt 3,5 meter;
l. de maximale bouwhoogte voor speeltoestellen, licht- en vlaggenmasten bedraagt 6 meter;
m. de maximale bouwhoogte voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen maximaal 3 meter hoog zijn;
n. voldaan dient te worden aan het beeldkwaliteitsplan in Bijlage 5 bij deze planregels."
Artikel 4.3.1, aanhef en onder a, b en c, luidt:
"Met betrekking tot het gebruiken en laten gebruiken van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
a. de onderlinge afstand tussen kampeermiddelen bedraagt ten minste 5 m, met dien verstande dat deze afstand niet van toepassing is voor kampeermiddelen die aaneengeschakeld zijn;
b. binnen het bestemmingsvlak zijn ten hoogste 200 kampeerplaatsen en 80 camperplaatsen toegestaan;
c. het terrein mag gebruikt worden gedurende het gehele jaar voor kortdurend recreatief gebruik."
"Het gebruik van gronden en bouwwerken overeenkomstig de bestemming is alleen toegestaan indien de landschappelijke inpassing conform Bijlage 4 bij deze regels, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - landschappelijke inpassing" uiterlijk binnen twee jaar na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan wordt aangelegd en in stand wordt gehouden op de wijze zoals aangegeven."
Bestemmingsplan "Buitengebied Roerdalen - 2e herziening"
"De voor "Recreatie - Verblijfsrecreatie - 5" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. toeristische kampeerplaatsen met bijbehorende toiletgebouwen;
b. stacaravans;
c. tenten;
d. zomerhuisjes;
e. trekkershutten;
f. tenthuisjes;
g. jaarplaatsen;
h. een gebouw ten behoeve van centrale voorzieningen, zwembaden, midgetgolfterrein, een zwemvijver en een aan verblijfsrecreatie ondergeschikt café/restaurant uit categorie 1a van de Staat van Horeca-activiteiten;
i. ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning": een bedrijfswoning;
j. wonen, mits de bouw van een bedrijfswoning is toegestaan;
met daarbij behorende:
k. voorzieningen, zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, recreatieve paden, toegangswegen, bankjes en ander parkmeubilair;
l. de in tabel 31.1 vermelde toegestane nevenfuncties."
Artikel 31.2 luidt:
"Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
a. bebouwing dient overeenkomstig het inrichtingsplan, zoals opgenomen in bijlage 5, gebouwd te worden;
b. de afstand tussen kampeerchalets en bungalows alsmede tussen deze onderling bedraagt ten minste 5 m;
c. het aantal bedrijfswoningen bedraagt ten hoogste 1 per aanduiding "bedrijfswoning";
d. het aantal zomerhuisjes bedraagt ten hoogste 50;
e. het aantal stacaravans bedraagt ten hoogste 168;
f. het aantal trekkershutten bedraagt ten hoogste 3;
g. het aantal tenthuisjes bedraagt ten hoogste 10;
h. tevens geldt het bepaalde in tabel 31.2.
"Met betrekking tot het gebruiken en laten gebruiken van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
a. de onderlinge afstand tussen kampeermiddelen bedraagt ten minste 5 m, met dien verstande dat deze afstand niet van toepassing is voor kampeermiddelen die aaneengeschakeld zijn;
b. binnen het bestemmingsvlak zijn ten hoogste 304 standplaatsen voor kampeermiddelen voor toeristisch kamperen toegestaan;
c. binnen het bestemmingsvlak zijn ten hoogste 40 seizoensplaatsen toegestaan;
d. binnen het bestemmingsvlak zijn ten hoogste 301 jaarplaatsen toegestaan;
e. gebruik overeenstemming de bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie - 5" is uitsluitend toelaatbaar indien het inrichtingsplan, zoals opgenomen in bijlage 5, wat betreft de locatie van de standplaatsen voor kampeermiddelen voor toeristisch kamperen, uitgevoerd en in stand gehouden wordt;
f. het terrein mag worden gebruikt gedurende het gehele jaar, met dien verstande dat op de standplaatsen voor kampeermiddelen voor toeristisch kamperen en seizoenstandplaatsen voor kampeermiddelen in de periode 1 november tot 15 maart geen onbezette kampeermiddelen aanwezig mogen zijn;
g. ter plaatse van de aanduiding "houtsingel" dienen houtopstanden langs de Bosbeek te worden aangeplant en deze dienen in stand gehouden te worden; hierbij geldt als referentiebeeld de situatie op 8 mei 1992;
h. ter plaatse van de aanduiding "houtwal" dient ten minste 35% aan houtopstanden te worden aangeplant en deze dienen in stand gehouden te worden;
i. het terrein dient bedrijfsmatig geëxploiteerd te worden."