ECLI:NL:RVS:2023:42

Raad van State

Datum uitspraak
4 januari 2023
Publicatiedatum
6 januari 2023
Zaaknummer
202207016/1/V3 en 202207016/2/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

Op 4 januari 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende de aanvragen van twee vreemdelingen om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 27 oktober 2022 besloten om deze aanvragen niet in behandeling te nemen. De vreemdelingen, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. S.B. Kleerekooper, hebben hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 1 december 2022 de beroepen ongegrond verklaarde. De vreemdelingen hebben vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank had terecht en op goede gronden geoordeeld, en de Afdeling heeft de motivering van de rechtbank overgenomen. Het hogerberoepschrift bevatte geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden, waardoor het hoger beroep ongegrond werd verklaard.

De voorzieningenrechter heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 4 januari 2023.

Uitspraak

202207016/1/V3 en 202207016/2/V3.
Datum uitspraak: 4 januari 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) en, met toepassing van artikel 92 van de Vw 2000, op het hoger beroep van:
[vreemdeling 1] en [vreemdeling 2],
appellanten,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, van 1 december 2022 in zaak nr. NL22.22042 en NL22.22044 in het geding tussen:
de vreemdelingen
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluiten van 27 oktober 2022 heeft de staatssecretaris de aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.
Bij uitspraak van 1 december 2022 heeft de rechtbank de daartegen door de vreemdelingen ingestelde beroepen ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak hebben de vreemdelingen, vertegenwoordigd door mr. S.B. Kleerekooper, advocaat te Hoenderloo, hoger beroep ingesteld. Ook hebben zij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Overwegingen
1.       Het hoger beroep leidt niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank is namelijk terecht en op goede gronden tot haar oordeel gekomen. De Afdeling neemt de motivering onder 2.1 en 3.1 van de uitspraak van de rechtbank over.
1.1.    Dit oordeel hoeft niet verder te worden gemotiveerd. De reden daarvoor is dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden (artikel 91, tweede lid, van de Vw 2000).
2.       Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. Het verzoek om voorlopige voorziening wordt daarom afgewezen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        bevestigt de aangevallen uitspraak;
II.       wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. C.J. Borman, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. C.M.J.B. A Campo, griffier.
w.g. Borman
voorzieningenrechter
w.g. A Campo
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 4 januari 2023
907