ECLI:NL:RVS:2023:4126

Raad van State

Datum uitspraak
8 november 2023
Publicatiedatum
8 november 2023
Zaaknummer
202304652/1/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • G.T.J.M. Jurgens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Financiële ondersteuning voor bestuursleden van studentenvereniging SoSalsa door Technische Universiteit Delft

Op 8 november 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak tussen de Latijns-Amerikaanse studentendansvereniging SoSalsa en het college van bestuur van de Technische Universiteit Delft. De zaak betreft de toekenning van financiële ondersteuning in de vorm van bestuursmaanden aan SoSalsa voor het academisch jaar 2022/2023. Het college had op 21 juli 2022 22 bestuursmaanden toegekend, maar SoSalsa stelde dat zij recht had op 46 bestuursmaanden, gebaseerd op hun huisvestingsniveau. Het college classificeerde SoSalsa onder huisvestingsniveau 1, wat betekent dat de vereniging gebruik kan maken van de accommodatie van de universiteit, en dat er geen extra bestuursmaanden nodig zijn. SoSalsa betoogde dat zij onder huisvestingsniveau 3 valt, wat extra bestuursdruk met zich meebrengt en recht geeft op meer bestuursmaanden. De Afdeling oordeelde dat het college de toekenning van 22 bestuursmaanden deugdelijk had gemotiveerd en dat SoSalsa niet in aanmerking kwam voor extra bestuursmaanden. Het beroep van SoSalsa werd ongegrond verklaard, en het college hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Uitspraak

202304652/1/A2.
Datum uitspraak: 8 november 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellanten] (hierna ook: SoSalsa), beiden wonend te Delft,
appellanten,
en
het college van bestuur van de Technische Universiteit Delft,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 21 juli 2022 heeft het college SoSalsa een financiële ondersteuning van 22 bestuursmaanden toegekend voor het academisch jaar 2022/2023.
Bij besluit van 12 juni 2023 heeft het college het door SoSalsa hiertegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard, dat besluit herroepen en, onder aanvulling van de motivering, wederom een financiële ondersteuning voor 22 bestuursmaanden toegekend.
Tegen dit besluit heeft SoSalsa beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
SoSalsa en het college hebben nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 9 oktober 2023, waar SoSalsa, vertegenwoordigd door [drie gemachtigden], en het college, vertegenwoordigd door mr. S.M.M. Meijer, bijgestaan door E. Gresnigt-Raams en V.A.M. van den Elsen, zijn verschenen.
Overwegingen
Inleiding en geschil
1.       [appellanten] zijn bestuursleden van de Latijns-Amerikaanse studentendansvereniging SoSalsa. Op grond van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Regeling Profileringsfonds TU Delft 2021 kan het college een financiële ondersteuning, uitgedrukt in bestuursmaanden, verlenen aan studenten die studievertraging oplopen omdat zij bestuurslid zijn van een door het college erkende vereniging. SoSalsa is door het college erkend als een sport- en cultuurvereniging. In de Regeling Profileringsfonds Besturen & commissies Box 4: Sport- en cultuurverenigingen (hierna: Regeling Box 4) zijn de criteria opgenomen voor de toekenning van bestuursmaanden aan dit type verenigingen.
De relevante artikelen van deze wet- en regelgeving zijn opgenomen in de bijlage bij deze uitspraak.
2.       SoSalsa heeft 46 bestuursmaanden aangevraagd. Bij het besluit van 12 juni 2023 heeft het college SoSalsa 22 bestuursmaanden toegekend, bestaande uit 12 bestuursmaanden voor het aantal actieve leden en 10 bestuursmaanden voor het sport- of cultuurniveau. In geschil is of SoSalsa daarnaast in aanmerking komt voor nog eens 24 bestuursmaanden voor de huisvesting.
De Regeling Box 4 kent drie verschillende huisvestingsniveaus. Volgens het college valt SoSalsa onder niveau 1. Dat niveau houdt in dat een vereniging voor haar activiteiten gebruik kan maken van de accommodatie van X, het sport- en cultuurcentrum op de campus van de TU Delft. In dat geval levert de huisvesting geen bestuursdruk op, zodat hiervoor geen bestuursmaanden worden toegekend.
Volgens SoSalsa valt de vereniging onder huisvestingsniveau 3 en maakt zij op basis van het aantal leden aanspraak op 24 bestuursmaanden. Huisvestingsniveau 3 houdt in dat de accommodatie van X niet geschikt is en een vereniging daarom een eigen accommodatie beheert, wat voor extra bestuursdruk zorgt.
Gronden en beoordeling van het beroep
3.       SoSalsa betoogt onder verwijzing naar het advies van de commissie bezwaarschriften voor studentenzaken van 14 februari 2023 dat het besluit van het college om de vereniging niet onder huisvestingsniveau 3 te plaatsen ontoereikend gemotiveerd is. Het college is in weerwil van dat advies in het besluit van 12 juni 2023 niet ingegaan op de argumenten die SoSalsa naar voren heeft gebracht om aan te tonen dat de vereniging onder huisvestingsniveau 3 valt. SoSalsa heeft verschillende stukken overgelegd waaruit volgens haar blijkt dat X onvoldoende capaciteit had (en heeft) om de activiteiten van SoSalsa te faciliteren. Zij was daarom genoodzaakt daarvoor een externe locatie te gebruiken die zij zelf moet beheren, aldus SoSalsa.
3.1.    De Afdeling is van oordeel dat het college zich op het standpunt heeft mogen stellen dat SoSalsa onder huisvestingsniveau 1 valt en dat dit in het besluit van 12 juni 2023 deugdelijk is gemotiveerd. Zij overweegt daartoe als volgt.
Ter zitting bij de Afdeling is naar voren gekomen dat de kern van het geschil ligt in de vraag of X ‘geschikt’ is voor de (kern)activiteiten van SoSalsa, als bedoeld in de Regeling Box 4, onder 3, onder c. Waar SoSalsa die geschiktheid rechtstreeks relateert aan de capaciteit van X, heeft de geschiktheid volgens het college te maken met de facilitaire (on)mogelijkheid om de kernactiviteiten van een vereniging in het gebouw van X te kunnen uitoefenen. Anders dan SoSalsa veronderstelt, is dus niet relevant of zij alle door haar gewenste activiteiten in het gebouw van X kan onderbrengen. Omdat in dit geval de kernactiviteit van SoSalsa de danslessen zijn en X beschikt over dansruimtes, is X geschikt voor SoSalsa, aldus het college. Dit staat ook in het besluit van 12 juni 2023. Ter zitting heeft het college nog toegelicht dat huisvestingsniveau 3 bijvoorbeeld aan de orde is bij een roeivereniging, waar het gebouw van X fysiek niet geschikt voor is.
De Afdeling volgt het college in deze uitleg. Daarbij acht zij van belang dat het ondersteuningsbeleid van het college er niet op gericht is, en er ook niet op gericht hoeft te zijn, om verenigingen volledig te faciliteren in de uitoefening van hun activiteiten. Gezien het aantal verenigingen kan het voorkomen dat er niet altijd zoveel plaats beschikbaar is bij X als een vereniging wenst, ook omdat X naast verenigingen ruimte wil bieden aan studenten die geen lid zijn van een vereniging. Om deze schaarste eerlijk te verdelen, wordt per vereniging die zich op grond van de Regeling Box 4 bij X aanmeldt middels een finetuningsinstrument met benchmark bepaald op hoeveel uur bij X deze aanspraak heeft. De kernactiviteiten waar SoSalsa op basis van deze finetuning aanspraak op zou kunnen maken, zouden, wanneer SoSalsa ervoor kiest haar actieve leden een abonnement bij X te laten afsluiten, aan het begin van het jaar ingeroosterd kunnen worden. De danslessen zouden dus plaats kunnen vinden in het gebouw van X, waarbij SoSalsa verzekerd is van een ruimte voor deze activiteiten. Dit staat ook in het besluit van 12 juni 2023. Aan het door SoSalsa gestelde capaciteitsgebrek bij X kan, wat daar ook van zij, daarom niet de waarde worden toegekend die zij daaraan gehecht wenst te zien.
3.2.    Het betoog slaagt niet.
Eindoordeel
4.       Het college heeft in het besluit van 12 juni 2023 deugdelijk gemotiveerd dat SoSalsa onder huisvestingsniveau 1 valt, omdat X geschikt is voor de uitoefening van haar kernactiviteiten. Het college hoefde daarom geen extra bestuursmaanden voor de huisvesting toe te kennen.
5.       Het beroep is ongegrond.
6.       Het college hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. G.T.J.M. Jurgens, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.G. de Vries-Biharie, griffier.
w.g. Jurgens
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. De Vries-Biharie
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 8 november 2023
611
BIJLAGE
WETTELIJK KADER (zoals dit luidde ten tijde van belang)
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Artikel 7.51. Financiële ondersteuning in verband met bijzondere omstandigheden
1. Het bestuur van een bekostigde instelling voor hoger onderwijs treft voorzieningen voor de financiële ondersteuning van een bij die instelling ingeschreven student die in verband met de aanwezigheid van een bijzondere omstandigheid studievertraging heeft opgelopen of naar verwachting zal oplopen.
2. De bijzondere omstandigheden, bedoeld in het eerste lid, zijn:
a. het lidmaatschap van het bestuur van een studentenorganisatie van enige omvang met volledige rechtsbevoegdheid, een opleidingscommissie, het bestuur van een opleiding als bedoeld in artikel 9.17, de universiteitsraad, de faculteitsraad, het orgaan dat is ingesteld op grond van de medezeggenschapsregeling, bedoeld in artikel 9.30, derde lid, of 10.16a, derde lid, de medezeggenschapsraad, de deelraad of de studentenraad,
b-h.[…].
Artikel 7.51h. Instellingsregels
1. Het instellingsbestuur stelt regels van procedurele aard vast met betrekking tot de toepassing van de artikelen 7.51 tot en met 7.51d, waartoe in ieder geval behoren regels over de aanvang, de duur en de hoogte van de financiële ondersteuning.
2. […].
Regeling Profileringsfonds TU Delft 2021
Artikel 9 Algemene eisen voor erkenning
1. Financiële ondersteuning is mogelijk voor het verrichten van bestuurlijke activiteiten voor verenigingen en organisaties die door het College van Bestuur zijn erkend volgens de in deze regeling opgenomen bepalingen.
2. […].
3. Erkenning vindt plaats in een van de volgende categorieën:
[…]
4. sport- en cultuurverenigingen (Box 4);
[…]
Artikel 21 Toekenning Sport- en cultuurverenigingen (Box 4)
1. Het College van Bestuur stelt jaarlijks het aantal bestuursmaanden en commissiemaanden in Box 4 vast dat kan worden toegekend aan de sport- en cultuurverenigingen. De toekenning geschiedt na advies van het hoofd van het Sport en Cultuur van de TU Delft en de Stichting Sport Delft op basis van door deze adviseurs opgestelde criteria, die zijn goedgekeurd door
het College van Bestuur. De criteria gaan uit van het aantal contributie betalende leden en een vergoeding voor de accommodatie of de noodzakelijke materialen voor de sport of culturele activiteit.
2. Aan het overkoepelend orgaan worden 9 bestuursmaanden toegekend.
Regeling Profileringsfonds TU Delft Besturen & commissies Box 4: Sport- en cultuurverenigingen
3. Toekenning
Indien de vereniging voldoet aan de voorwaarden zoals boven genoemd, vindt de toekenning van bestuursmaanden plaats op basis van de volgende vier criteria:
a.  Aantal (actieve, sportkaart houdende) leden
b.  Sport- of cultuurniveau
c.  Eigen huisvesting
d.  Materiaalbeheer
Het aantal (actieve) leden vormt de basis voor het aantal toe te kennen bestuursmaanden. Criteria b, c en d vormen de specifieke karakteristieken van een vereniging. Op basis hiervan worden eventueel tevens bestuursmaanden toegekend. Bij het bepalen van de hoeveelheid bestuursmaanden per criterium is er primair rekening gehouden met de bestuursdruk die een bepaalde karakteristiek als gevolg heeft. Hieronder zullen de criteria apart worden toegelicht.
[…]
c.  huisvesting
Niet alle activiteiten van verenigingen worden georganiseerd bij X. Omdat X in dat soort gevallen vaak niet beschikt over de geschikte accommodatie, beschikt een aantal verenigingen over een andere accommodatie. Ook het beheren of onderhouden van een dergelijke accommodatie zorgt voor een bepaalde bestuursdruk, waarvoor extra bestuursmaanden worden toegekend. Dit wordt gedaan op basis van drie verschillende huisvestingniveaus:
Niveau 1:      Verenigingen die ook wel eens iets ergens anders organiseren
Niveau 2:      Verenigingen die door de aard van hun sport of de omvang en daarmee samenhangende sociale factor een bestuurshok/ontmoetingsplek/sportaccommodatie huren
Niveau 3:      Grotere verenigingen die een eigen accommodatie beheren met zowel een sociëteit als sportaccommodatie
Aanvullende toekenning op basis van huisvestingsniveau.
BM = bestuursmaanden