ECLI:NL:RVS:2023:4108
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 8 november 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door drie vreemdelingen die eerder door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 1 december 2022 was afgewezen in hun aanvragen voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd. De staatssecretaris had op 20 februari 2023 het bezwaar van de vreemdelingen ongegrond verklaard, waarna de rechtbank Den Haag op 19 september 2023 de beroepen van de vreemdelingen tegen deze afwijzing ook ongegrond verklaarde. De vreemdelingen, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. E.E.M. Bezem, hebben vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat uit het verzoek niet blijkt van een spoedeisend belang voor het treffen van een voorlopige voorziening. Dit heeft geleid tot de beslissing om het verzoek af te wijzen. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan op 8 november 2023, waarbij mr. M. Soffers als voorzieningenrechter en mr. J. Verbeek als griffier aanwezig waren.