ECLI:NL:RVS:2023:4064
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de bewaring van een vreemdeling door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vreemdeling tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 5 oktober 2023 het beroep tegen de bewaring van de vreemdeling ongegrond verklaarde. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 15 september 2023 besloten om de vreemdeling in bewaring te stellen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. D. Schaap, heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 3 november 2023 uitspraak gedaan. De rechtbank heeft in haar uitspraak terecht en op goede gronden geoordeeld dat de bewaring van de vreemdeling rechtmatig was. De Afdeling heeft de motivering van de rechtbank overgenomen en vastgesteld dat het hoger beroep geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden.
De Afdeling heeft ook geen ambtshalve redenen gevonden om de bewaring onrechtmatig te achten. Het hoger beroep is ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank is bevestigd. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 3 november 2023.