ECLI:NL:RVS:2023:4013
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 1 november 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 10 februari 2023 de aanvraag van de vreemdeling afgewezen. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, verklaarde op 13 juni 2023 het beroep van de vreemdeling gegrond, vernietigde het besluit van de staatssecretaris, maar liet de rechtsgevolgen daarvan in stand.
De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. D.W. Beemers, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. De Raad van State oordeelde dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank had terecht de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten, aangezien de vreemdeling in de gelegenheid was gesteld om te reageren op de aanvullende motivering van de staatssecretaris tijdens de zitting in beroep. De vreemdeling heeft in hoger beroep niet voldoende onderbouwd waarom deze gelegenheid onvoldoende was.
De Raad van State concludeerde dat het hoger beroep ongegrond is en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. J.C.A. de Poorter, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.W. Schippers, griffier, en werd openbaar uitgesproken op 1 november 2023.