ECLI:NL:RVS:2023:4004
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen aanvullend terugkeerbesluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vreemdeling tegen een aanvullend terugkeerbesluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, genomen op 12 augustus 2021. De rechtbank had eerder, op 19 november 2021, het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. F.C. Stoop, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 31 oktober 2023 uitspraak gedaan.
De Afdeling oordeelt dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De reden hiervoor is dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden. De Afdeling verwijst naar een eerdere uitspraak van 25 september 2023, waarin een vergelijkbare rechtsvraag is behandeld.
De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De beslissing is genomen door mr. J.M. Willems, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S. Nederhoff, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 31 oktober 2023.