ECLI:NL:RVS:2023:3972
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep staatssecretaris van Justitie en Veiligheid tegen uitspraak rechtbank Den Haag inzake verblijfsvergunning asiel
Op 26 oktober 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit hoger beroep volgde op een uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, van 11 september 2023, waarin de rechtbank het beroep van een vreemdeling tegen het besluit van de staatssecretaris om zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel niet in behandeling te nemen, gegrond verklaarde. De rechtbank vernietigde het besluit van de staatssecretaris en droeg hem op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak.
De staatssecretaris heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. D.H. Yabasun, heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven. De voorzieningenrechter heeft de rechtsvraag beoordeeld of de staatssecretaris deugdelijk heeft gemotiveerd dat hij voor Kroatië van het interstatelijk vertrouwensbeginsel mag uitgaan. De voorzieningenrechter heeft deze vraag bevestigend beantwoord, verwijzend naar een eerdere uitspraak van 13 september 2023.
Het hoger beroep is gegrond verklaard, wat betekent dat de uitspraak van de rechtbank is vernietigd. Aangezien er geen beroepsgronden zijn waarover de rechtbank nog geen oordeel heeft gegeven, is het beroep van de vreemdeling alsnog ongegrond verklaard. Het verzoek om voorlopige voorziening is afgewezen en de staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 26 oktober 2023.