ECLI:NL:RVS:2023:3931
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak betreffende verblijfsrecht gemeenschapsonderdaan
Op 25 oktober 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een voorlopige voorziening heeft verzocht. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag van 20 september 2023, waarin de rechtbank de besluiten van de staatssecretaris betreffende de verblijfsrechten van een vreemdeling had vernietigd. De staatssecretaris had op 14 juli 2022 vastgesteld dat de vreemdeling geen verblijfsrecht meer had als gemeenschapsonderdaan in Nederland. Dit besluit werd gevolgd door een afwijzing van een aanvraag van de vreemdeling om een document dat zijn duurzaam verblijfsrecht als burger van de Unie zou bevestigen. De vreemdeling had bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar de staatssecretaris verklaarde deze bezwaren niet-ontvankelijk. De rechtbank oordeelde echter dat de besluiten van de staatssecretaris onterecht waren en dat hij nieuwe besluiten moest nemen met inachtneming van haar uitspraak.
In het hoger beroep dat de staatssecretaris tegen de uitspraak van de rechtbank heeft ingesteld, verzocht hij de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft de belangen van beide partijen afgewogen en besloten dat de staatssecretaris de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. Dit betekent dat de staatssecretaris voorlopig niet verplicht is om de eerdere uitspraak van de rechtbank na te leven, wat de vreemdeling in een onzekere positie plaatst totdat er een definitieve uitspraak is gedaan. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden.