ECLI:NL:RVS:2023:3931

Raad van State

Datum uitspraak
25 oktober 2023
Publicatiedatum
25 oktober 2023
Zaaknummer
202306348/2/V1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak betreffende verblijfsrecht gemeenschapsonderdaan

Op 25 oktober 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een voorlopige voorziening heeft verzocht. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag van 20 september 2023, waarin de rechtbank de besluiten van de staatssecretaris betreffende de verblijfsrechten van een vreemdeling had vernietigd. De staatssecretaris had op 14 juli 2022 vastgesteld dat de vreemdeling geen verblijfsrecht meer had als gemeenschapsonderdaan in Nederland. Dit besluit werd gevolgd door een afwijzing van een aanvraag van de vreemdeling om een document dat zijn duurzaam verblijfsrecht als burger van de Unie zou bevestigen. De vreemdeling had bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar de staatssecretaris verklaarde deze bezwaren niet-ontvankelijk. De rechtbank oordeelde echter dat de besluiten van de staatssecretaris onterecht waren en dat hij nieuwe besluiten moest nemen met inachtneming van haar uitspraak.

In het hoger beroep dat de staatssecretaris tegen de uitspraak van de rechtbank heeft ingesteld, verzocht hij de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft de belangen van beide partijen afgewogen en besloten dat de staatssecretaris de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. Dit betekent dat de staatssecretaris voorlopig niet verplicht is om de eerdere uitspraak van de rechtbank na te leven, wat de vreemdeling in een onzekere positie plaatst totdat er een definitieve uitspraak is gedaan. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden.

Uitspraak

202306348/2/V1.
Datum uitspraak: 25 oktober 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van die wet, hangende het hoger beroep van:
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 20 september 2023 in zaken nrs. NL23.13104 en NL23.13107 in het geding tussen:
[de vreemdeling]
en
de staatssecretaris.
Procesverloop
Bij besluit van 14 juli 2022 heeft de staatssecretaris vastgesteld dat de vreemdeling geen verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan in Nederland meer heeft.
Bij besluit van 16 december 2022 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document, waaruit zijn duurzaam verblijfsrecht als burger van de Unie blijkt, afgewezen.
Bij besluiten van 2 april 2023 heeft de staatssecretaris de tegen die besluiten door de vreemdeling gemaakte bezwaren niet-ontvankelijk verklaard.
Bij uitspraak van 20 september 2023 heeft de rechtbank de daartegen door de vreemdeling ingestelde beroepen gegrond verklaard, die besluiten vernietigd en bepaald dat de staatssecretaris nieuwe besluiten op de gemaakte bezwaren neemt met inachtneming van de uitspraak.
Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De vreemdeling heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Overwegingen
1.       De staatssecretaris verzoekt de voorzieningenrechter de voorlopige voorziening te treffen dat hij de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op zijn hoger beroep heeft beslist.
2.       Gelet op de belangen die de staatssecretaris en de vreemdeling naar voren hebben gebracht, ziet de voorzieningenrechter aanleiding een voorlopige voorziening te treffen.
3.       De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank voordat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
Aldus vastgesteld door mr. H.J.M. Baldinger, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. A.M.L. Hanrath, griffier.
w.g. Baldinger
voorzieningenrechter
w.g. Hanrath
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 25 oktober 2023
392