ECLI:NL:RVS:2023:3922

Raad van State

Datum uitspraak
19 oktober 2023
Publicatiedatum
25 oktober 2023
Zaaknummer
202306430/1/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen besluit centraal stembureau over kandidatenlijst GroenLinks/PvdA

In deze zaak gaat het om een beroep tegen het besluit van het centraal stembureau van 13 oktober 2023, waarbij de kandidatenlijst van GroenLinks/PvdA, met daarop F.C.G.M. Timmermans en K.P. Piri als kandidaten, geldig is verklaard. De appellant betoogt dat Timmermans, Piri en E.M. Sent ongeschikt zijn als volksvertegenwoordiger. Hij stelt dat een lid van de PvdA en diens partner hand- en spandiensten hebben verricht voor een vreemde mogendheid, en dat Timmermans, Piri en Sent hiertegen hadden moeten optreden. De zitting vond plaats op 19 oktober 2023, waar de betrokken partijen aanwezig waren, waaronder de vertegenwoordigers van het centraal stembureau en de kandidaten van GroenLinks/PvdA.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het beroep ongegrond verklaard. De rechters oordeelden dat de Kieswet limitatief en dwingendrechtelijk regelt wanneer het centraal stembureau een kandidaat van een kandidatenlijst moet schrappen. Het bezwaar van de appellant tegen Timmermans en Piri staat niet als reden voor schrapping in de Kieswet vermeld, waardoor het centraal stembureau hen terecht niet van de kandidatenlijst heeft geschrapt. E.M. Sent staat bovendien niet als kandidaat op de lijst, waardoor het centraal stembureau haar niet kon schrappen. De Afdeling concludeert dat er geen aanleiding is voor het vergoeden van proceskosten door het centraal stembureau.

Uitspraak

202306430/1/A2.
Datum uitspraak: 19 oktober 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[appellant], wonend te [woonplaats] (land),
appellant,
en
het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer (hierna: het centraal stembureau),
verweerder.
Openbare zitting gehouden op 19 oktober 2023 om 14:15 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. E.J. Daalder, voorzitter
Staatsraad mr. N. Verheij, lid
Staatsraad mr. C.C.W. Lange, lid
griffier: mr. M. Rijsdijk
Verschenen:
Het centraal stembureau, vertegenwoordigd door mr. S.F. Mohamed Hoesein en mr. M. Bijl;
GroenLinks/PvdA, F.C.G.M. Timmermans, K.P. Piri, E.M. Sent, vertegenwoordigd door [gemachtigden].
Het beroep richt zich tegen het besluit van het centraal stembureau van 13 oktober 2023, waarbij de kandidatenlijst van GroenLinks/PvdA, met daarop F.C.G.M. Timmermans en K.P. Piri als kandidaten, geldig is verklaard.
[appellant] betoogt dat Timmermans, Piri en E.M. Sent ongeschikt zijn als volksvertegenwoordiger. Volgens [appellant] hebben een lid van de PvdA en diens partner hand- en spandiensten verricht voor een vreemde mogendheid en hadden Timmermans, Piri als hooggeplaatste partijgenoten en Sent als partijvoorzitter daartegen moeten optreden.
Beslissing
De Afdeling verklaart het beroep ongegrond.
Gronden
In artikel I 6, eerste lid, van de Kieswet is limitatief en dwingendrechtelijk geregeld wanneer het centraal stembureau een kandidaat van een kandidatenlijst moet schrappen. Dit betekent dat het centraal stembureau een kandidaat alleen van een lijst mag schrappen als dit uitdrukkelijk in artikel I 6 is vermeld. In dat geval is het centraal stembureau ook verplicht om de kandidaat te schrappen.
Het door [appellant] aangedragen bezwaar tegen Timmermans en Piri staat niet als reden voor schrapping in de Kieswet vermeld. Het centraal stembureau heeft de kandidaten F.C.G.M. Timmermans en K.P. Piri daarom terecht niet van de kandidatenlijst van GroenLinks/PvdA geschrapt. E.M. Sent staat niet als kandidaat op de kandidatenlijst van GroenLinks/PvdA vermeld, zodat het centraal stembureau haar alleen daarom al niet kon schrappen.
Gelet hierop hoeft het centraal stembureau geen proceskosten te vergoeden.
w.g. Daalder
voorzitter
w.g. Rijsdijk
griffier
705