ECLI:NL:RVS:2023:3907
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de bewaring van een vreemdeling door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vreemdeling tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 6 oktober 2023, waarin het beroep tegen de bewaring van de vreemdeling door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ongegrond werd verklaard. De staatssecretaris had op 30 augustus 2023 besloten om de vreemdeling in bewaring te stellen. De rechtbank oordeelde dat het beroep ongegrond was en wees ook het verzoek om schadevergoeding af. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.K. Bhadai, heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 25 oktober 2023 uitspraak gedaan in deze zaak. Het hoger beroep leidde niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De Afdeling oordeelde dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moesten worden. Daarnaast zag de Afdeling ambtshalve geen reden om de bewaring onrechtmatig te achten. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. De staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.