ECLI:NL:RVS:2023:3904
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan en omgevingsvergunning voor windturbines in Hellevoetsluis
Op 10 oktober 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door een groep verzoekers, waaronder bewoners van Hellevoetsluis, de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging (KNNV) afdeling Hollandse Delta, en de Stichting Windmolens aan de N57 Nee. De zaak betreft de wijziging van het bestemmingsplan 'Windturbines Haringvlietdam Hellevoetsluis' en de omgevingsvergunning die op 28 juni 2023 door het college van burgemeester en wethouders van Voorne aan Zee is verleend aan Windpark Haringvliet B.V. voor de bouw van twee windturbines en aanverwante infrastructuur aan de Haringvlietdam.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de bouw van de windturbines niet kan beginnen voordat de benodigde ontheffingen op grond van de Wet natuurbescherming zijn verleend. Op het moment van de zitting was er nog geen ontwerp van deze ontheffingen ter inzage gelegd. Windpark Haringvliet B.V. heeft bovendien aangegeven dat de opdracht voor de levering van de windmolens nog moet worden aanbesteed, wat ook tijd in beslag zal nemen. Tijdens de zitting heeft Windpark Haringvliet B.V. toegezegd de verzoekers uiterlijk twee maanden voor de start van de bouwwerkzaamheden te informeren.
Naar aanleiding van deze informatie hebben de verzoekers, Natuurvereniging Hollandse Delta en Stichting Windmolens aan de N57 Nee, aangegeven dat zij geen spoedeisend belang meer hebben bij de gevraagde voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft daarop geoordeeld dat het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden afgewezen, omdat de verzoekers onvoldoende spoedeisend belang hebben aangetoond. De raad en het college van burgemeester en wethouders hoeven geen proceskosten te vergoeden.