ECLI:NL:RVS:2023:3881
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- E.J. Daalder
- N. Verheij
- C.C.W. Lange
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de geldigheid van de kandidatenlijst van de VVD met D. Yeşilgöz
In deze zaak heeft de appellant, wonend te Alphen aan den Rijn, beroep ingesteld tegen het besluit van het centraal stembureau van 13 oktober 2023, waarbij de kandidatenlijst van de VVD, met daarop D. Yeşilgöz als kandidaat, geldig is verklaard. De appellant betoogt dat er zeer ernstige actuele strafrechtelijke bezwaren bestaan tegen het opnemen van D. Yeşilgöz op de kandidatenlijst. De zitting vond plaats op 19 oktober 2023, waar de Raad van State de zaak behandelde.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in haar uitspraak op 19 oktober 2023 het beroep ongegrond verklaard. De Afdeling overweegt dat artikel I 6, eerste lid, van de Kieswet limitatief en dwingendrechtelijk regelt wanneer het centraal stembureau een kandidaat van een kandidatenlijst moet schrappen. Dit houdt in dat het centraal stembureau alleen een kandidaat van de lijst mag schrappen als dit expliciet in de Kieswet is vermeld. Het bezwaar dat door de appellant is aangedragen, staat niet als reden voor schrapping in de Kieswet vermeld.
Daarom heeft het centraal stembureau terecht besloten om D. Yeşilgöz niet van de kandidatenlijst van de VVD te schrappen. De Afdeling concludeert dat er geen aanleiding is voor het toekennen van proceskosten aan de appellant, aangezien het beroep ongegrond is verklaard. De uitspraak is gedaan door de voorzitter E.J. Daalder, met medewerking van de leden N. Verheij en C.C.W. Lange, en griffier M. Rijsdijk.