202201883/1/R3.
Datum uitspraak: 11 oktober 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. [appellant sub 1], wonend te Enschede,
2. [appellant sub 2], wonend te Enschede,
appellanten,
en
de raad van de gemeente Enschede,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 31 januari 2022 heeft de raad het bestemmingsplan "Moskee Kuipersdijk 2020" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1] en [appellant sub 2] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
Stichting Selimiye Moskee heeft gebruik gemaakt van de geboden gelegenheid een schriftelijke uiteenzetting te geven.
De Afdeling heeft de zaak op zitting behandeld op 14 augustus 2023, waar [appellant sub 1], [appellant sub 2] en de raad, vertegenwoordigd door mr. J. van Vulpen, advocaat te Nijmegen, A. de Koning en S.J.G. Kampkuiper, zijn verschenen. Verder is ter zitting Stichting Selimiye Moskee, vertegenwoordigd door mr. J. de Back, advocaat te Rotterdam, en [gemachtigde], als partij gehoord.
Overwegingen
Inleiding
1. Het plan voorziet voor het grootste deel van de gronden in de bestemming "Maatschappelijk - Religie" ten behoeve van de bouw van een moskee op de hoek van de Kuipersdijk en de Wethouder Beversstraat te Enschede. De moskee bestaat grotendeels uit een gebedsruimte met 625 gebedsplaatsen en een verenigingsgebouw. Ook is voorzien in een bedrijfswoning, een kleine winkel en mogelijkheid voor ondergeschikte horeca. Het plangebied wordt ontsloten op de Wethouder Beversstraat.
De voorziene moskee dient als vervanging van twee bestaande moskeeën aan de Atjehstraat en Ledeboerstraat in het centrum van Enschede.
2. [appellant sub 1] woont aan de [locatie 1] te Enschede. [appellant sub 2] woont aan de [locatie 2] te Enschede.
3. Stichting Selimiye Moskee is de initiatiefnemer van het plan.
Voorgeschiedenis
4. De voorziene ontwikkeling is al eerder bij de Afdeling in procedure geweest.
Het bestemmingsplan "Moskee Kuipersdijk", vastgesteld op 9 oktober 2017 is door de Afdeling bij de einduitspraak van 18 december 2019, ECLI:NL:RVS:2019:4352, vernietigd. Het plan is vernietigd omdat de verkeersgeneratie van de voorziene moskee niet voldoende in kaart was gebracht, zodat niet duidelijk was wat de gevolgen daarvan zijn voor de verkeersafwikkeling ter plaatse. Hierdoor kon ook niet worden beoordeeld of de realisatie van de moskee belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kon hebben en of de raad ten onrechte geen m.e.r.-procedure had doorlopen of een passende beoordeling had opgesteld. Bij besluit van 15 december 2020 heeft de raad besloten het bestemmingsplan "Moskee Kuipersdijk 2020" niet vast te stellen. Bij uitspraak van de Afdeling van 14 juli 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1515, heeft de Afdeling het voorgaande besluit vernietigd, omdat het besluit onvoldoende was gemotiveerd. Zo was niet duidelijk wat de afweging tussen de verschillende argumenten van de raad is geweest en wat daarbij doorslaggevend was. Toetsingskader
5. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet de raad bestemmingen aanwijzen en regels geven die de raad uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De raad heeft daarbij beleidsruimte en moet de betrokken belangen afwegen. De Afdeling oordeelt niet zelf of het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. De Afdeling beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in overeenstemming is met het recht. Daarbij kan aan de orde komen of de nadelige gevolgen van het plan onevenredig zijn in verhouding tot de met het plan te dienen doelen.
Inspraak en participatie
6. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] voeren aan dat zij onvoldoende zijn gehoord over de voorziene ontwikkeling. De bewoners zijn weliswaar geïnformeerd over de voorziene ontwikkeling, maar hebben beperkt inspraak gehad op het bestreden plan. Zo zijn de bewoners niet betrokken bij de omvang van het complex, de inrichting en het ontwerp. In dat kader wijzen zij erop dat de raad ten onrechte geen gehoor heeft gegeven aan hun bezwaren.
6.1. De raad stelt in zijn verweerschrift dat omwonenden vanaf het begin betrokken zijn geweest bij de plannen voor de moskee. Ook in de procedure hebben zij diverse mogelijkheden tot inspraak gehad. De door omwonenden aangedragen punten zijn in de besluitvorming betrokken. Niet uitgesloten is dat niet alle omwonenden blij zijn met de uitkomst van de besluitvorming, maar dat betekent niet dat er niet naar de omgeving zou zijn geluisterd, aldus de raad.
6.2. Het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan is voorbereid met toepassing van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb). In overeenstemming met deze procedure zijn de omwonenden in dat kader in de gelegenheid gesteld om een zienswijze over het ontwerpplan naar voren te brengen.
Voor zover [appellant sub 1] en [appellant sub 2] stellen dat de omwonenden voorafgaand aan de terinzagelegging van het ontwerpplan onvoldoende zijn betrokken bij de besluitvorming en dat naar hun mening sprake was van éénrichtingsverkeer tijdens de contactmomenten, overweegt de Afdeling dat het bieden van inspraak, zoals de bedoelde burgerparticipatie, voorafgaand aan de terinzagelegging van een ontwerpplan, geen onderdeel uitmaakt van de in de Wet ruimtelijke ordening geregelde bestemmingsplanprocedure. Het eventueel niet of onvoldoende bieden van inspraak in deze fase heeft daarom geen gevolgen voor de rechtmatigheid van de bestemmingsplanprocedure en het bestemmingsplan. Dat niet volledig gehoor is gegeven aan de bezwaren van de omwonenden maakt niet dat de besluitvormingsprocedure onzorgvuldig is verlopen.
Het betoog faalt.
Verkeer
7. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] voeren aan dat als gevolg van de ontwikkeling van de moskee de afwikkeling van het verkeer onvoldoende gewaarborgd is. Zij voeren hiertoe aan dat de raad de verkeersgeneratie van de moskee niet goed heeft onderzocht. Daartoe voeren zij de volgende beroepsgronden aan.
8. Aan het bestreden plan liggen onder meer het verkeersrapport "Ontwikkeling moskee Enschede. Verkeerskundige effecten" van 24 juli 2020 van Goudappel Coffeng (hierna: het verkeersrapport 2020) en het verkeersrapport van Goudappel Coffeng van 1 december 2021 (hierna: het verkeersrapport 2021) ten grondslag.
Het verkeersrapport 2020 is in 2020 opgesteld voor de voorziene moskee waarbij net zoals in het bestreden plan binnen het plangebied maximaal 625 gebedsplaatsen mogelijk worden gemaakt en maximaal 2.220 m2 bruto vloeroppervlakte (hierna: bvo) aan bijeenkomstruimten, een ondergeschikte winkel van maximaal 80 m2 bvo en een bedrijfswoning van 360 m3. Het enige verschil met het bestreden plan is, dat in het vorige plan de moskee met een eigen ontsluitingsweg zou worden ontsloten op het Spaansland. In het bestreden plan wordt voor de moskee rechtstreeks ontsloten op de Wethouder Beversstraat. In het verkeersrapport 2020 is nog rekening gehouden met een ontsluitingsweg op het Spaansland. In het verkeersrapport 2021 zijn de verkeerskundige effecten als gevolg van de wijziging van de verkeersontsluiting van de moskee in kaart gebracht.
- Onjuiste en onvolledige gegevens verkeersrapport
9. [appellant sub 1] voert aan dat het verkeersonderzoek is gebaseerd op onjuiste en onvolledige gegevens. Zo is volgens hem onduidelijk in hoeverre er rekening is gehouden met de omstandigheid dat mensen vanwege corona thuiswerken. Wanneer mensen weer meer op kantoor gaan werken zal de verkeersbelasting toenemen. De referentiegegevens moeten duidelijk en juist gedateerd zijn. Zo kan een willekeurige dag juist de betrouwbaarheid van de meting beïnvloeden en zegt dit niks over de daadwerkelijke situatie.
Daarnaast voert [appellant sub 1] aan dat er in de verkeersrapporten onvoldoende rekening wordt gehouden met de (gevolgen van) recente aanpassingen aan wegen en toekomstige ontwikkelingen in de omgeving. In dat kader wijst [appellant sub 1] op dat de toegang naar de stad via de Zuiderval-Haaksbergenstraat in 2021 is aangepast en in 2022 gereed zal zijn. Daarnaast is de Kuipersdijk-Mooienhof opengesteld voor verkeer in beide richtingen. Hierdoor is de verkeersintensiteit en de bijbehorende overlast extreem toegenomen. Verder is volgens [appellant sub 1] de ontwikkeling van de Hornbach ten onrechte niet betrokken in de verkeersrapporten. Ook is volgens [appellant sub 1] geen rekening gehouden met toekomstige verkeerskundige effecten door uitbreidingen op bestaande leegstaande bedrijventerreinen met aansluiting op het Spaansland en de Wethouder Beversstraat. Ook is volgens [appellant sub 1] geen rekening gehouden met de ontwikkeling van een nieuw zwembad in 2024 in de omgeving van het plangebied en met een nieuw sportpark dat zal worden ontsloten op de Wethouder Beversstraat.
9.1. De raad stelt in zijn verweerschrift dat in de verkeersrapporten berekeningen zijn gemaakt met behulp van het gemeentelijke verkeersmodel. De uitkomsten zijn dan ook niet gebaseerd op een feitelijke situatie op één moment, waarin er mogelijk minder verkeer was als gevolg van corona of een toevallig rustige dag of tijdstip. Aan het verkeersmodel is de verkeersgeneratie van de moskee toegevoegd. Verder stelt de raad in zijn verweerschrift dat de verkeersrapporten zijn uitgevoerd met behulp van het huidige verkeersmodel van de gemeente Enschede. Alle relevante voorgenomen plannen/projecten zoals de ontwikkeling van de Hornbach staan in het model. Ook is uitgegaan van de invulling van de nu nog braakliggende kavels op het naastgelegen industrieterrein en is de gewijzigde N18 opgenomen. In het verkeersmodel ontbreken geen wijzigingen in de verkeersstructuur die een relevant effect zouden kunnen hebben op de verkeerssituatie in de omgeving van het plangebied, aldus de raad.
9.2. In het verkeersrapport 2020 staat dat bij de ontwikkeling aansluiting is gezocht bij het verkeersmodel Regio Twente (Aimsun). Uit het verkeersrapport 2021 volgt dit ook. Op de zitting heeft de raad nader toegelicht dat met het verkeersmodel Regio Twente is gekeken naar de verkeerssituatie in 2030 en dus niet naar een situatie dat er sprake is van corona. In het verkeersmodel zit wel de prognose dat er in 2030 betere digitale middelen zijn waardoor mensen meer thuis gaan werken, aldus de raad. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in onder meer de uitspraak van 2 december 2015, ECLI:NL:RVS:2015:3720, geven modellen noodzakelijkerwijs een abstractie van de te verwachten werkelijkheid weer en wordt de validiteit van een model pas aangetast wanneer de uitkomsten te zeer afwijken van de redelijkerwijs te verwachten werkelijkheid. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] hebben niet aannemelijk gemaakt dat de verkeersintensiteiten die voortvloeien uit het regionaal model afwijken van de redelijkerwijs te verwachten werkelijkheid en dat om die reden geen gebruik van het verkeersmodel mocht worden gemaakt. 9.3. De stelling van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] dat nieuwe ontwikkelingen niet zijn meegenomen in het verkeersmodel is, mede gelet op de toelichting ter zitting van de raad dat rekening wordt gehouden met toekomstige vastgestelde ontwikkelingen, onvoldoende om aan te nemen dat de uitgangspunten van in het verkeersmodel onjuist dan wel onvolledig zijn. Er is dan ook geen grond voor het oordeel dat de verkeersrapporten een onderschatting laten zien van de werkelijkheid. De Afdeling ziet gelet op wat er is aangevoerd, geen aanleiding voor het oordeel dat er geen gebruik van het verkeersmodel mocht worden gemaakt.
Het betoog faalt.
- Maximale bezetting voorziene ontwikkeling
10. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] voeren aan dat in de berekeningen van de worst case situatie ten onrechte geen rekening is gehouden met de met de verkeersbelasting tijdens de piekmomenten van de moskee waarbij moet worden uitgegaan van 1500 gebedsplaatsen. Ook wijst [appellant sub 1] erop dat in dat geval niet is voorzien welke verkeersbelasting er zal komen van parkeren in de wijk rondom het plangebied.
Verder voert [appellant sub 1] aan dat ten onrechte geen rekening is gehouden met de verkeersgeneratie als gevolg van het Turks Cultureel Centrum. Zo is volgens hem het Turks Cultureel Centrum voor meer toepassingen bedoeld dan alleen voor het vrijdagmiddaggebed. Als de verkeersbelasting groter zal zijn is dit niet opgenomen in het onderzoek, aldus [appellant sub 1].
10.1. De raad stelt in zijn verweerschrift dat uit is gegaan van een worst case invulling van de maximale mogelijkheden die het bestemmingsplan voor de moskee biedt. Het betreft een volledige bezetting van het gebouw: 625 gebedsplaatsen plus de (gelijktijdige) volledige bezetting van alle bijeenkomstruimtes. De verkeerssituatie tijdens de hiervoor benoemde piekmomenten treedt (mogelijk) slechts op tijdens de twee belangrijkste islamitische feestdagen (Offerfeest en Suikerfeest), aldus de raad. Dit zijn incidentele piekmomenten die niet representatief zijn voor het gebruik van de moskee. Niet uitgesloten is dat op deze twee dagen de wachttijden bij de kruispunten langer zijn. Ook in dat geval zal het verkeer echter op een veilige wijze kunnen worden afgewikkeld. Er bestaat (dan ook) geen noodzaak de infrastructuur te dimensioneren op de verkeersgeneratie die op deze incidentele piekmomenten optreedt.
10.2. Artikel 5.1 van de planregels luidt:
"De voor "Maatschappelijk - Religie" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. een moskee, bestaande uit:
1. een gebedsruimte met maximaal 625 gebedsplaatsen;
2. bijeenkomstruimtes met een maximum van 2.200 m² bruto vloeroppervlak;
b. niet zelfstandige detailhandel met een maximum van 80 m² verkoop vloeroppervlak, uitsluitend gericht op de bezoekers en gebruikers van de onder 5.1 onder a genoemde functie;
c. niet zelfstandige horeca als ondergeschikt onderdeel van de onder 2 genoemde bijeenkomstruimtes, uitsluitend gericht op de bezoekers en gebruikers van de onder 5.1 onder a genoemde functie;
d. één bedrijfswoning met een inhoud van maximaal 360 m³, enkel ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
e. bij deze doeleinden behorende bouwwerken, erven, terreinen en voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, laden en lossen, objecten van beeldende kunst, groenvoorzieningen en nutsvoorzieningen."
In paragraaf 4.1.2 van de plantoelichting staat:
"De gemeente stelt eisen aan de situering en de vormgeving van het gebouw en aan de inrichting van de kavel van de nieuwe moskee.
Het gebouw bestaat uit de gebedsruimte (moskee) en multifunctionele verenigingsruimtes (bijeenkomstruimtes). De gebedsruimte biedt plaats aan maximaal 625 gelovigen. Dit is vastgelegd in het bestemmingsplan. Tijdens twee islamitische feestdagen (Suiker- en Offerfeest) worden ook de overige bijeenkomstruimtes als gebedsruimte gebruikt. In totaal is er dan voor circa 1500 mensen gebedsruimte. De maximale oppervlakte aan bijeenkomstruimtes (buiten de gebedsruimte) is eveneens vastgelegd in het bestemmingsplan."
10.3. In de verkeersrapporten is voor de verkeersgeneratie uitgegaan van een worst case scenario, namelijk van het vrijdagmiddaggebed van de voorziene moskee dat het drukst bezocht wordt. In de verkeersrapporten is voor deze worst case situatie niet alleen de verkeersgeneratie van de voorziene moskee berekend, maar ook van de voorziene bijeenkomstruimtes en de voorziene woning. In het verkeersrapport 2020 staat dat een volledige bezetting als gevolg van het vrijdagmiddaggebed leidt - in de theoretische worst case situatie waarin alle afzonderlijke ruimtes door solitaire bezoekers worden bezocht - tot een verkeersgeneratie van ongeveer 235 aankomsten en 47 vertrekken in het eerste drukste uur en ongeveer 47 aankomsten en 188 vertrekken in het tweede drukste uur. Uit het verkeersrapport 2020 blijkt ook dat daarbij uit is gegaan van de maximale bezetting van de voorziene moskee met 625 bezoekers, dat de 2.280 m2 bvo aan voorziene bijeenkomstruimtes maximaal bezet zullen zijn en de woning van 360 m2 bewoond wordt. Op de zitting heeft de raad nader toegelicht dat deze berekening echt worst case is, omdat in de praktijk de bezoekers van de voorziene moskee direct na het gebed wellicht de bijeenkomstruimte bezoeken en dus niet op een vrijdagmiddag enkel naar de voorziene bijeenkomstruimtes zullen gaan en niet naar het vrijdagmiddaggebed. Daarnaast heeft de raad op zitting ook toegelicht dat er in de verkeersrapporten als worst case situatie is uitgegaan van een samenloop tussen het vrijdagmiddaggebed en de avondspits, terwijl in de praktijk dit eigenlijk nooit zou voorkomen, omdat het vrijdagmiddaggebed van 12.00 uur tot 14.00 uur wordt gehouden en dus de bezoekers van de voorziene moskee buiten de avondspits zullen reizen. De Afdeling ziet in het aangevoerde niet dat er sprake is van een onderschatting van de worst case situatie.
10.4. Anders dan [appellant sub 1] en [appellant sub 2] betogen, behoeft bij de berekening van de te verwachten verkeersintensiteit geen rekening te worden gehouden met incidentele, druk bezochte hoogtijdagen, zoals het Offerfeest of het Suikerfeest. Dit is evenwel anders voor het reguliere, terugkerende vrijdagmiddaggebed dat min of meer tegelijkertijd verkeersbewegingen genereert. Vergelijk (onder 15.1 van) de uitspraak van de Afdeling van 18 december 2019, ECLI:NL:RVS:2019:4352. 10.5. Voor zover [appellant sub 1] vreest voor een onaanvaardbare verkeersbelasting door het parkeren in de wijk rondom het plangebied, overweegt de Afdeling als volgt. In artikel 12.1.1 van de planregels zijn parkeerregels opgenomen. Zo staat in artikel 12.1.1, lid a, van de planregels dat een omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouwen en/of voor het wijzigen van het gebruik van een gebouw dan wel het wijzigen van het gebruik van een onbebouwd terrein slechts wordt verleend indien bij de aanvraag om een omgevingsvergunning wordt aangetoond dat gelet op de omvang of de bestemming van het gebouw dan wel het onbebouwd terrein in voldoende mate wordt voorzien in ruimte voor het parkeren van auto's. In artikel 12.1.1, lid b, van de planregels staan verschillende parkeernormen voor functies opgenomen, namelijk 0,15 parkeerplaatsen per gebedsplaats in de gebedsruimte, 2,0 parkeerplaatsen per 100 m2 bvo bijeenkomstruimte (inclusief niet zelfstandige detailhandel en niet zelfstandige horeca) en 1,7 parkeerplaatsen per woning. Verder stelt de raad in zijn verweerschrift dat op de twee incidentele feestdagen per jaar er mogelijk een tekort is aan parkeerplaatsen op het eigen terrein van de voorziene moskee. Hiervoor zal een parkeerplan moeten worden opgesteld en in dat plan moet inzichtelijk worden gemaakt waar de bezoekers in dat geval kunnen parkeren en hoe zij op die plekken gewezen worden. Dit is op te lossen met parkeerterreinen in de omgeving, zoals het P+R terrein aan de Zuiderval en de parkeervoorzieningen op het Diekman-terrein, aldus de raad. Gelet op het vorenstaande ziet de Afdeling niet in dat er sprake zal zijn van een onaanvaardbare verkeersbelasting als er eventueel moet worden geparkeerd in de wijk rondom het plangebied.
10.6. Het betoog faalt.
- Verkeersbelasting festiviteiten en bruiloften
11. [appellant sub 2] voert aan dat de raad geen rekening heeft gehouden met de verkeersbelasting van de moskee als er bruiloften of andere festiviteiten plaatsvinden.
11.1. De raad stelt in zijn verweerschrift dat voor de verkeersgeneratie uit is gegaan van de volledige bezetting van de moskee. Daarbij is uitdrukkelijk ook uitgegaan van een gelijktijdige bezetting van de bijeenkomstruimtes. Daarmee kan op basis van de verkeersrapporten worden geconcludeerd dat ook bij een volledige bezetting van de bijeenkomstruimtes in de moskee, sprake is van een acceptabele tot goede verkeersafwikkeling. De raad wijst erop dat bruiloftsfeesten op grond van het bestreden plan niet zijn toegestaan. Een moskee is in het bestreden plan gedefinieerd als: "een maatschappelijke voorziening voor het houden van religieuze diensten, uitvaart- en rouwdiensten, het voltrekken van huwelijken en het houden van activiteiten op maatschappelijk, cultureel en sociaal gebied, als onderdeel van de maatschappelijke-religieuze voorziening". Een huwelijksvoltrekking valt hier onder, maar een huwelijksfeest niet, aldus de raad.
11.2. Artikel 1.36 van de planregels luidt:
"Moskee: een maatschappelijke voorziening voor het houden van religieuze diensten, uitvaart- en rouwdiensten, het voltrekken van huwelijken en het houden van activiteiten op maatschappelijk, cultureel en sociaal gebied, als onderdeel van de maatschappelijke-religieuze voorziening."
Artikel 5.1 van de planregels luidt:
"De voor "Maatschappelijk - Religie" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. een moskee, bestaande uit:
1. een gebedsruimte met maximaal 625 gebedsplaatsen;
2. bijeenkomstruimtes met een maximum van 2.200 m²
bruto vloeroppervlak;
[…]"
11.3. Zoals de Afdeling onder 10.3 heeft overwogen is de raad in de verkeersrapporten voor het berekenen van de verkeersgeneratie van de voorziene ontwikkeling uitgegaan van een worst case situatie. Gelet op de definiëring van het begrip "moskee" in artikel 1.36 van de planregels en de gegeven toelichting van de raad is de Afdeling van oordeel dat de raad zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat bruiloftsfeesten in de moskee niet zijn toegestaan. De activiteiten die plaatsvinden in de moskee moeten volgens artikel 1.36 van de planregels religieus gelinkt zijn en daarnaast mag er een huwelijk worden voltrokken in de moskee, maar geen huwelijksfeest worden gevierd. De Afdeling ziet daarom niet in dat de planregeling in strijd is met de rechtszekerheid.
11.4. De Afdeling ziet niet in dat er ten onrechte geen rekening is gehouden met de verkeersbelasting van de moskee als er bruiloften of andere festiviteiten plaatsvinden.
Het betoog faalt.
- Bezoekers uit Duitsland
12. [appellant sub 2] voert aan dat ten onrechte geen onderzoek is uitgevoerd naar de hoeveelheid bezoekers uit Duitsland die gebruik zullen maken van de voorziene moskee. Volgens [appellant sub 2] wordt de gemeente Enschede druk bezocht door Duitsers. Zo bezoeken veel Duitsers de binnenstad, maar ook het tropisch zwemparadijs Quadrome en de islamitische school aan de Javastraat.
12.1. De raad stelt in zijn verweerschrift dat anders dan [appellant sub 2] lijkt te veronderstellen, de verkeersgeneratie niet is bepaald op basis van het aantal bezoekers van de huidige moskeeën. Juist om discussie over de aannames van de huidige bezoekersaantallen en de eventuele groei daarvan al dan niet uit Duitsland bij de nieuwe moskee te voorkomen, is uitgegaan van een volledige bezetting van de moskee. Daarbij is uitdrukkelijk ook uitgegaan van een gelijktijdige bezetting van de bijeenkomstruimtes.
12.2. In de verkeersrapporten is uitgegaan van een worst case scenario dat de voorziene moskee en de bijbehorende bijeenkomstruimtes en de voorziene woning volledig bezet zijn tijdens het vrijdagmiddaggebed. Gelet op het aangevoerde en de toelichting van de raad, overweegt de Afdeling dat er geen aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet op de verkeersrapporten heeft kunnen beroepen in de situatie dat de komst van de moskee zal leiden tot een toename van bezoekers uit Duitsland uitgaande van een volledige bezetting van de 625 gebedsplaatsen.
Het betoog faalt.
- Afwikkeling verkeer
13. [appellant sub 1] voert aan dat dat in de verkeersrapporten van 2020 en 2021 geen rekening is gehouden met te verwachten grote opstoppingen en verkeersinfarcten op de Kuipersdijk.
[appellant sub 2] voert aan dat onduidelijk is of door de voorziene ontwikkeling er gevaarlijke situaties voor automobilisten en ook fietsers zullen ontstaan op de Wethouder Beversstraat.
13.1. De raad stelt in zijn verweerschrift dat op basis van de zorgvuldig uitgevoerde verkeersonderzoeken van Goudappel Coffeng in redelijkheid kan worden geconcludeerd dat ook na de komst van de moskee een acceptabele tot goede afwikkeling van het verkeer in de omgeving is gegarandeerd.
De raad stelt in zijn verweerschrift dat uit het verkeersrapport 2021 volgt dat ook met de nieuwe ontsluiting sprake is van een acceptabele tot goede verkeersafwikkeling. De aansluiting van het moskeeterrein op de Wethouder Beversstraat wordt als een uitritconstructie gerealiseerd. De uitvoering van de uitrit zal conform landelijke CROW-richtlijnen ontworpen worden. Hiermee is de voorrang en veiligheid van fietsers gewaarborgd, aldus de raad.
13.2. In het verkeersrapport 2020 staat dat zelfs in de worst case situatie waarin de verkeersgeneratie als gevolg van het vrijdagmiddaggebed van de voorziene moskee in z'n geheel wordt opgeteld bij de reguliere verkeersintensiteiten op een werkdag in de avondspitsperiode er op de kruispunten tussen de Wethouder Beverstraat/Zuiderval alsmede de Wethouder Beverstraat/Kuipersdijk sprake is van een acceptabele verkeersafwikkeling. De cyclustijden blijven onder de acceptabele waarde van 120 seconden. Daarmee is op alle momenten in de week sprake van een acceptabele verkeersafwikkeling.
In het verkeersrapport 2021 staat dat de beoogde aansluiting van het parkeerterrein van de moskee op de Wethouder Beversstraat vorm is gegeven als een voorrangskruispunt. Verkeer vanaf de voorziene moskee dient voorrang te verlenen aan het verkeer rijdend op de Wethouder Beversstraat. Op basis van de feitelijke verkeersstromen is met behulp van de Kruispuntwijzer de kwaliteit van de verkeersafwikkeling geanalyseerd op basis van de voorgestelde vormgeving. Het grootste deel van het aankomende verkeer komt vanaf de Zuiderval en slaat op de Wethouder Beversstraat rechtsaf richting de moskee. Dit is verkeerskundig een relatief makkelijke beweging, die enkel conflicteert met het fietsverkeer. Op piekmomenten kan het voorkomen dat het linksaf slaande verkeer op de rijbaan van de Wethouder Beversstraat moet wachten om tegemoet komend verkeer voor te laten gaan. Dit leidt tot een gemiddelde verliestijd van ongeveer 8 seconden. Tot ongeveer 20 seconden is op een hoofdrichting sprake van een acceptabele situatie.
13.3. Gelet op het vorenstaande mocht de raad zich op het standpunt stellen dat de verkeersafwikkeling voor de voorziene ontwikkeling aanvaardbaar is op de Wethouder Beversstraat en de Kuipersdijk. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] hebben niet aannemelijk gemaakt dat de voorziene ontwikkeling zal leiden tot zodanig meer verkeer dat er daardoor sprake is van een onaanvaardbare verkeerssituatie op de Wethouder Beversstraat en de Kuipersdijk. Onder deze omstandigheden heeft de raad zich ook op het standpunt mogen stellen dat het plan niet leidt tot verkeersonveilige situaties. Voor haar oordeel acht de Afdeling van betekenis dat, anders dan [appellant sub 2] stelt, in het verkeersonderzoek wel rekening is gehouden met het fietsverkeer op de Wethouder Beversstraat. Daarbij valt gelet op onder meer de toelichting van de raad niet in te zien dat er sprake zal zijn van een verkeersonveilige situatie voor fietsers. Ook neemt de Afdeling in aanmerking dat voor het bepalen van de verkeersgeneratie een zogenoemde worst case benadering is gehanteerd.
Het betoog faalt.
- Conclusie verkeer
14. Gezien het vorenstaande heeft de raad de verkeersgeneratie van de voorziene moskee voldoende in kaart gebracht, zodat duidelijk is wat de gevolgen daarvan zijn voor de verkeersafwikkeling ter plaatse.
Zienswijze herhaald en ingelast
15. [appellant sub 1] heeft zich in zijn beroepschrift voor het overige beperkt tot het verwijzen naar de inhoud van zijn zienswijze.
15.1. Voor zover [appellant sub 1] voor het overige verzoekt de inhoud van zijn zienswijze als herhaald en ingelast te beschouwen, overweegt de Afdeling dat in de nota van zienswijzen "Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen bestemmingsplan "Moskee Kuipersdijk 2020" en beschikking hogere waarde Wet geluidhinder" hierop is ingegaan. [appellant sub 1] heeft niet nader onderbouwd waarom de weerlegging hiervan onjuist zou zijn.
Het betoog faalt.
Conclusie
16. De beroepen zijn ongegrond.
17. De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart de beroepen ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. H.C.P. Venema, voorzitter, en mr. C.C.W. Lange en mr. E. Steendijk, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.M.W. van Ewijk, griffier.
w.g. Venema
voorzitter
w.g. Van Ewijk
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 11 oktober 2023
867