ECLI:NL:RVS:2023:3749
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na niet in behandeling nemen aanvraag verblijfsvergunning
Op 10 oktober 2023 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening en hoger beroep van een vreemdeling. De vreemdeling had op 2 juni 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 20 september 2023 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. E. El-Sharkawi, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het hoger beroep ongegrond verklaard. De rechter oordeelde dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Dit oordeel was gebaseerd op eerdere uitspraken van de Afdeling, waarin vergelijkbare rechtsvragen waren behandeld. De voorzieningenrechter bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om voorlopige voorziening af. De staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.
De uitspraak benadrukt het belang van rechtszekerheid en de noodzaak voor vreemdelingen om hun aanvragen goed te onderbouwen, vooral in het licht van eerdere uitspraken die vergelijkbare situaties hebben behandeld. De beslissing van de voorzieningenrechter werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.