ECLI:NL:RVS:2023:3729

Raad van State

Datum uitspraak
6 oktober 2023
Publicatiedatum
6 oktober 2023
Zaaknummer
202301726/3/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • G.T.J.M. Jurgens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van bestemmingsplan 'Buitengebied Noordoost' in Teteringen wegens mogelijke strijd met natuurwetgeving

Op 6 oktober 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot het bestemmingsplan 'Buitengebied Noordoost' van de gemeente Breda. Dit bestemmingsplan, vastgesteld op 22 december 2022, maakt het mogelijk om twee recreatiewoningen te bouwen in Teteringen. Milieuvereniging De Groene Koepel en anderen hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit, omdat zij vrezen dat het Natuur Netwerk Brabant (NNB) wordt aangetast. Ze stellen dat het bestemmingsplan in strijd is met artikel 3.15 van de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant, dat alleen bestaande bebouwing toestaat zolang het NNB niet is gerealiseerd.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om schorsing van het bestemmingsplan toegewezen, omdat de belangen van de milieuvereniging zwaarder wegen dan die van de gemeente. De voorzieningenrechter oordeelde dat een afwijzing van het verzoek onomkeerbare gevolgen zou hebben, vooral omdat het bestemmingsplan als toetsingskader zou dienen voor een nieuw te nemen besluit op bezwaar door het college van burgemeester en wethouders van Breda. De voorzieningenrechter heeft de gemeente Breda opgedragen de proceskosten van de milieuvereniging te vergoeden en het griffierecht terug te betalen.

Deze uitspraak benadrukt de noodzaak om zorgvuldig om te gaan met de bescherming van natuurgebieden en de impact van nieuwe bouwplannen op bestaande natuurwetgeving. De voorzieningenrechter heeft de schorsing van het bestemmingsplan beperkt tot het plandeel met de bestemming 'Recreatie' en de functieaanduiding 'recreatiewoning' voor het betrokken perceel in Teteringen.

Uitspraak

202301726/3/R2.
Datum uitspraak: 6 oktober 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
Milieuvereniging De Groene Koepel, gevestigd te Breda, en anderen,
verzoekers,
en
de raad van de gemeente Breda,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 22 december 2022 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied Noordoost" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben Milieuvereniging De Groene Koepel en anderen beroep ingesteld.
Milieuvereniging De Groene Koepel en anderen hebben de voorzieningenrechter opnieuw verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De raad en [partij A] hebben nadere stukken ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 28 september 2023, waar Milieuvereniging De Groene Koepel en anderen, in de persoon van [gemachtigde A] en vertegenwoordigd door [gemachtigde B], en de raad, vertegenwoordigd door mr. N.E. Snel en P.E.T.M. Hurks, zijn verschenen. Voorts is ter zitting [partij A], vergezeld door [gemachtigde C]], als partij gehoord.
Overwegingen
Inleiding
1.       Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.       Op 22 december 2022 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied Noordoost" vastgesteld. Dit plan is bedoeld ter actualisering van het bestemmingsplan "Buitengebied Teteringen" en de herzieningen en wijzigingen hierop. Het plan maakt het onder meer mogelijk dat aan de [locatie] in Teteringen twee recreatiewoningen worden gerealiseerd.
3.       Voor de bouw van de recreatiewoningen heeft het college van burgemeester en wethouders van Breda bij besluit van 15 maart 2022 omgevingsvergunning verleend op basis van het voorheen geldende bestemmingsplan "Buitengebied Teteringen". Bij besluit op bezwaar van 10 oktober 2022 is dat besluit in stand gebleven. [gemachtigde A], [partij B] en Milieuvereniging Oosterhout hebben tegen het besluit van 10 oktober 2022 beroep ingesteld bij de rechtbank.
4.       Milieuvereniging De Groene Koepel en anderen hebben eerder bij de voorzieningenrechter van de Afdeling een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening te treffen. Ten tijde van dat verzoek had de rechtbank nog geen uitspraak gedaan in de procedure over de omgevingsvergunning. Bij uitspraak van 6 juni 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:2175) heeft de voorzieningenrechter dat verzoek afgewezen, voor zover het het plandeel [locatie] in Teteringen betrof.
Spoedeisend belang en belangenafweging
5.       Bij uitspraak van 11 juli 2023 heeft de rechtbank in de procedure over de omgevingsvergunning het beroep tegen het besluit van 10 oktober 2022 gegrond verklaard omdat de leidende bestemmingsplankaart volgens de rechtbank onvoldoende gedetailleerd en duidelijk is om daaruit te kunnen afleiden wat de precieze omvang is van de bestemmingsplanvlakken met de bestemming "Recreatie", zodat niet kan worden vastgesteld of het bouwplan binnen het bestemmingsplan "Buitengebied Teteringen" past. De rechtbank heeft het besluit van 10 oktober 2022 vernietigd en het college opgedragen om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een nieuw besluit op bezwaar te nemen met inachtneming van de uitspraak. Met hun verzoek om schorsing beogen Milieuvereniging De Groene Koepel en anderen te voorkomen dat het bestemmingsplan "Buitengebied Noordoost" als toetsingskader geldt voor dit nieuw te nemen besluit op bezwaar. Onder deze omstandigheden ziet de voorzieningenrechter een spoedeisend belang bij de gevraagde voorziening.
6.       Milieuvereniging De Groene Koepel en anderen vrezen dat het Natuur Netwerk Brabant (hierna: NNB) wordt aangetast door de in het plan opgenomen mogelijkheid om twee recreatiewoningen te bouwen. Zij voeren aan dat het plan in strijd is met artikel 3.15 van de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant (hierna: de IOV), op grond waarvan alleen bestaande bebouwing en bestaande planologische gebruiksactiviteiten zijn toegestaan zolang het NNB niet is gerealiseerd. In het bestemmingsplan is ten onrechte niet langer de beperking opgenomen dat het om bestaande recreatiewoningen moet gaan. Dit in tegenstelling tot het voorheen geldende bestemmingsplan "Buitengebied Teteringen", waar in artikel 16 van de planvoorschriften was bepaald dat gronden met de bestemming "Recreatiewoningen" alleen waren bestemd voor recreatief woongebruik van bestaande recreatiewoningen.
6.1.    Voor de vraag of sprake is van bestaande bebouwing in de zin van artikel 3.15 van de IOV, is naar het oordeel van de voorzieningenrechter van belang of de recreatiewoningen al onder het bestemmingsplan "Buitengebied Teteringen" mochten worden gebouwd en daarmee of de recreatiewoningen moeten worden aangemerkt als "bestaande recreatiewoningen" in de zin van artikel 16 van de planvoorschriften van dat plan. De voorlopige voorzieningenprocedure leent zich niet voor een beoordeling van deze vraag. Bovendien is de vraag of sprake is van "bestaande recreatiewoningen" in de zin van artikel 16 van de planvoorschriften van het vorige plan onderwerp van geschil in de procedure over de omgevingsvergunning. Het college en [partij A] hebben inmiddels hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank van 11 juli 2023.
De voorzieningenrechter zal daarom de vraag of de verzochte voorlopige voorziening al dan niet moet worden toegewezen, beantwoorden aan de hand van een belangenafweging.
6.2.    Bij afweging van de belangen is de voorzieningenrechter van oordeel dat de belangen van Milieuvereniging De Groene Koepel en anderen bij schorsing in dit geval zwaarder wegen dan de belangen van de raad en [partij A] bij afwijzing van het verzoek. De voorzieningenrechter wijst erop dat een afwijzing van het verzoek om voorlopige voorziening onomkeerbare gevolgen zou hebben. Op 15 maart 2022 is zoals gezegd een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van twee recreatiewoningen. De rechtbank heeft het besluit op bezwaar van 10 oktober 2022, waarbij het besluit van 15 maart 2022 in stand is gebleven, vernietigd. Het college zal op korte termijn een nieuw besluit op bezwaar nemen. Als het bestemmingsplan niet wordt geschorst en dus in werking is op het moment dat het college opnieuw beslist op het bezwaar tegen de verleende omgevingsvergunning, dan vormt dit bestemmingsplan daarbij het verplichte toetsingskader. Een mogelijke latere vernietiging van dit bestemmingsplan door de Afdeling in de bodemprocedure kan daaraan dan niet meer afdoen. De voorzieningenrechter acht het onwenselijk indien vooruitlopend op de vraag of het bestemmingsplan "Buitengebied Noordoost" al dan niet in strijd is met artikel 3.15 van de IOV, en daarmee samenhangend de vraag of de recreatiewoningen onder het voorgaande bestemmingsplan waren toegestaan, al een omgevingsvergunning op basis van het onderhavige bestemmingsplan wordt verleend. Verder acht de voorzieningenrechter van belang dat de recreatiewoningen inmiddels overeenkomstig de verleende omgevingsvergunning zijn gebouwd en dat de raad heeft aangegeven dat, mocht uiteindelijk blijken dat de omgevingsvergunning toch niet had kunnen worden verleend, eerst beoordeeld zal worden of legalisatie tot de mogelijkheden behoort en dat eventueel handhavend optreden vooralsnog niet aan de orde is. Om die reden ziet de voorzieningenrechter aanleiding om het bestemmingsplan te schorsen, voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Recreatie" en de functieaanduiding "recreatiewoning" voor het perceel [locatie] in Teteringen.
Conclusie
7.       Gelet op het vorenstaande dient het verzoek te worden toegewezen.
8.       De raad moet de proceskosten vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Breda van 22 december 2022, voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Recreatie" en de functieaanduiding "recreatiewoning" voor het perceel [locatie] in Teteringen;
II.       veroordeelt de raad van de gemeente Breda tot vergoeding van bij Milieuvereniging De Groene Koepel en anderen in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 32,19, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;
III.      gelast dat de raad van de gemeente Breda aan Milieuvereniging De Groene Koepel en anderen het door hen voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 365,00 vergoedt, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan.
Aldus vastgesteld door mr. G.T.J.M. Jurgens, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C. van Engelen, griffier.
w.g. Jurgens
voorzieningenrechter
w.g. Van Engelen
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 6 oktober 2023
842