ECLI:NL:RVS:2023:3724

Raad van State

Datum uitspraak
9 oktober 2023
Publicatiedatum
5 oktober 2023
Zaaknummer
202203273/2/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening exploitatievergunning horeca-inrichting Taste of Heaven in Rotterdam

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 9 oktober 2023 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening van Taste of Heaven B.V. De zaak betreft een exploitatievergunning voor een horeca-inrichting aan de Jonker Fransstraat 88a in Rotterdam. De burgemeester van Rotterdam had op 5 maart 2020 een exploitatievergunning verleend aan Taste of Heaven, die de horeca-inrichting wilde uitbreiden naar het naastgelegen pand aan de Jonker Fransstraat 90a. Echter, een belanghebbende, die boven de horeca-inrichting woont, maakte bezwaar tegen deze vergunning. De rechtbank Rotterdam heeft op 22 april 2022 het bezwaar van de belanghebbende gegrond verklaard, de vergunning vernietigd en de aanvraag van Taste of Heaven voor de uitbreiding geweigerd. Dit leidde ertoe dat Taste of Heaven geen exploitatievergunning meer had voor het naastgelegen pand.

Taste of Heaven heeft vervolgens de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij in een financiële noodsituatie verkeerde door de uitspraak van de rechtbank. De voorzieningenrechter heeft het verzoek behandeld op 26 september 2023. Tijdens de zitting is gebleken dat Taste of Heaven hoge kosten heeft voor huur en andere lasten, terwijl zij zonder de vergunning niet kan exploiteren. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het belang van Taste of Heaven om haar horeca-inrichting te kunnen exploiteren zwaarder weegt dan het belang van de belanghebbende, die vreest voor overlast door de uitbreiding. De voorzieningenrechter heeft daarom de uitspraak van de rechtbank geschorst en Taste of Heaven voorlopig in het gelijk gesteld, waardoor zij weer gebruik kan maken van de exploitatievergunning.

De burgemeester van Rotterdam is veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten aan Taste of Heaven, die in totaal € 837,00 bedragen, en het griffierecht van € 548,00 moet worden vergoed. De uitspraak is openbaar gedaan op 9 oktober 2023.

Uitspraak

202203273/2/A3.
Datum uitspraak: 9 oktober 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, (hierna: de Awb)), hangende het hoger beroep van:
Taste of Heaven B.V., gevestigd te Rotterdam,
verzoekster,
tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 22 april 2022 in zaak nr. 21/212 in het geding tussen:
[belanghebbende], wonend te Rotterdam,
en
de burgemeester van Rotterdam.
Procesverloop
Bij besluit van 5 maart 2020 heeft de burgemeester aan Taste of Heaven een exploitatievergunning verleend voor de horeca-inrichting aan de Jonker Fransstraat 88a in Rotterdam.
Bij besluit van 27 november 2020 heeft de burgemeester het door [belanghebbende] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 22 april 2022 heeft de rechtbank het door [belanghebbende] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd, het besluit van 5 maart 2020 herroepen en bepaald dat de aanvraag van Taste of Heaven voor een exploitatievergunning wordt geweigerd. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak hebben Taste of Heaven en de burgemeester ieder voor zich hoger beroep ingesteld.
Tevens heeft Taste of Heaven de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 26 september 2023, waar Taste of Heaven, vertegenwoordigd door [gemachtigde], en bijgestaan door mr. M. de Buck, advocaat te Den Haag, en de burgemeester, vertegenwoordigd door A.J.J. van der Vlist en Y.S. Man, zijn verschenen. Ook is [belanghebbende], vertegenwoordigd door mr. M.A. de Boer, op de zitting als partij gehoord.
Overwegingen
1.       Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
Inleiding
2.       Taste of Heaven exploiteert een horeca-inrichting in het pand en op het terras aan de Jonker Fransstraat 88a in Rotterdam. Zij wil de horeca-inrichting uitbreiden met het naastgelegen pand en terras aan de Jonker Fransstraat 90a (hierna: het naastgelegen pand). Taste of Heaven heeft hiervoor een exploitatievergunning aangevraagd.
3.       De burgemeester heeft deze vergunning verleend voor categorie 1, type ‘daghoreca’. De panden zijn samengevoegd en hebben huisnummer 88a gekregen. [belanghebbende] woont boven de horeca-inrichting en heeft bezwaar gemaakt tegen de verleende exploitatievergunning. De burgemeester heeft dat bezwaar ongegrond verklaard. Vervolgens heeft [belanghebbende] beroep ingesteld. De rechtbank heeft dat beroep gegrond verklaard en het besluit op bezwaar vernietigd wegens strijd met het Horecagebiedsplan Kralingen-Crooswijk 2019-2021 (hierna: het Horecagebiedsplan). De rechtbank heeft overwogen dat in het naastgelegen pand sprake is van een nieuwe inrichting. Volgens het Horecagebiedsplan is de gewenste ontwikkelrichting voor nieuwe inrichtingen aan de Jonker Fransstraat: ‘consolideren’. Dat betekent dat geen nieuwe horeca-inrichtingen zijn toegestaan en dat de burgemeester de aanvraag om een exploitatievergunning had moeten weigeren, aldus de rechtbank.
4.       De uitspraak van de rechtbank heeft tot gevolg dat Taste of Heaven niet langer over een exploitatievergunning beschikt op grond waarvan zij de inrichting in het naastgelegen pand mag exploiteren. Daarom heeft Taste of Heaven de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
5.       Taste of Heaven heeft voor het uitbreiden van haar horeca-inrichting ook een omgevingsvergunning aangevraagd. Ook in die procedure heeft Taste of Heaven de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Bij uitspraak van vandaag, ECLI:NL:RVS:2023:3723, heeft de voorzieningenrechter het verzoek toegewezen. Dat betekent dat Taste of Heaven vooralsnog weer gebruik kan maken van de omgevingsvergunning.
Spoedeisend belang?
6.       [belanghebbende] heeft het spoedeisend belang tot het treffen van een voorlopige voorziening betwist.
De voorzieningenrechter acht een spoedeisend belang aanwezig omdat Taste of Heaven gemotiveerd te kennen heeft gegeven dat zij sinds 22 april 2022 hoge kosten voor huur, energie en de aflossing van de lening voor de verbouwing verschuldigd is voor een pand dat zij zonder de aangevraagde vergunning niet kan exploiteren. Verder heeft Taste of Heaven ter zitting toegelicht dat als gevolg van het opnieuw inrichten van de straat haar horeca-inrichting tot ongeveer oktober 2023 gesloten moet blijven. Haar financiële problemen zijn daardoor nog groter geworden. Daarbij is er nog geen zicht op een zittingsdatum voor de behandeling van het ingestelde hoger beroep. Taste of Heaven heeft hiermee voldoende aannemelijk gemaakt dat zij in een financiële noodsituatie terecht zal komen als zij de uitspraak in de bodemprocedure af moet wachten.
Beoordeling van het verzoek
7.       Taste of Heaven voert in hoger beroep samengevat aan dat de rechtbank het uitbreiden van haar horeca-inrichting naar het naastgelegen pand ten onrechte in strijd met het Horecagebiedsplan heeft geacht. Volgens Taste of Heaven is in haar geval sprake van ontwikkelen van een bestaande horeca-inrichting en niet, zoals de rechtbank heeft overwogen, van het realiseren van een nieuwe inrichting.
8.       De voorzieningenrechter kan ingevolge artikel 8:86 van de Awb onmiddellijk uitspraak doen in de hoofdzaak, indien deze van oordeel is dat nader onderzoek redelijkerwijs niet kan bijdragen aan de beoordeling van de zaak. Deze situatie doet zich hier niet voor. De voorzieningenrechter zal daarom met een belangenafweging bepalen of vooruitlopend op de beoordeling in de bodemprocedure een voorlopige voorziening moet worden getroffen.
9.       Tegenover het onder 6 besproken financiële belang van Taste of Heaven, staat het belang van [belanghebbende] die de uitbreiding van de horeca-inrichting ervaart als een ingrijpende en ongewenste verslechtering van haar woon- en leefklimaat. In het beroepschrift stelt [belanghebbende] dat zij in de oude situatie al veel last van bezoekers had en dat de uitbreiding van de inrichting deze overlast zal versterken.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat de belangen van [belanghebbende] minder zwaar wegen dan het belang van Taste of Heaven om haar horeca-inrichting in het geheel te kunnen exploiteren totdat is beslist op het hoger beroep. Daarbij neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat de horeca-inrichting alleen overdag is geopend en er bij de politie en de gemeente geen meldingen van overlast bekend zijn.
De voorzieningenrechter ziet aanleiding de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen. Dit betekent dat Taste of Heaven vooralsnog weer gebruik kan maken van de exploitatievergunning.
10.     De burgemeester moet de proceskosten vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        wijst het verzoek toe;
II.       schorst bij wijze van voorlopige voorziening de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 22 april 2022 in zaak nr. 21/212;
III.      veroordeelt de burgemeester van Rotterdam tot vergoeding van bij Taste of Heaven B.V. in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 837,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
IV.      gelast dat de burgemeester van Rotterdam aan Taste of Heaven B.V. het door haar voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 548,00 vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. R. Uylenburg, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. T.E. Larsson-van Reijsen, griffier.
w.g. Uylenburg
voorzieningenrechter
w.g. Larsson-van Reijsen
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 9 oktober 2023
978